(17e eeuw) (sch.) niet alles lukt; meer bepaald: geslachtsgemeenschap hoeft niet noodzakelijk tot bevruchting (zwangerschap) te leiden. Reeds bij Stoett maar niet in de erotische betekenis.
• elke schoot is geen endvoogel: dat is, het lukt altijd niet eeven wel. (W.A. Winschooten: Seeman, behelsende een grondige uitlegging van de Neederlandse Konst, en Spreekwoorden.... die uit de Seevaart sijn ontleend. 1681)
• Elk schot is geen eendvogel, anders kwamen er meer. [Men past dit spreekwoord toe op mislukking van allerlei aard, bepaaldelijk op het gedrag van den lichtmis, die er zich mede troost.] (P.J. Harrebomée: Spreekwoordenboek der Nederlandsche taal. 1858-1862)
• Spr. Alle scheuten zijn geen endvogels, niet alles gelukt. (Jozef Cornelissen & Jan Baptist Vervliet: Idioticon van het Antwerpsch dialect. 1900)
• (Van Dale’s Groot Woordenboek der Nederlandsche taal. 1914)
• Spr. Èlk schot is gain eendvogel = niet alles gelukt dadelik. (K. ter Laan: Nieuw Groninger Woordenboek 1924-1929)
• Wel, ieder schot is geen eendvogel. Zo ver hij kan zien, zijn er geen achterblijvers, dus geen verliezen... (A. Roothaert: De vlam in de pan. 1942)
• In tweedehands boekwinkels en op markten koop ik graag een oud bundeltje van een onbekende dichter, in de stellige verwachting dat het allemaal wel niks zal zijn (want anders kende ik hem immers wel), maar dat ik toch, op pagina 34, plotseling zal worden verrast door één gaaf gedicht, of desnoods één gaaf kwatrijn in een sonnet. Maar helaas, lang niet elk schot is een eendvogel. (Nieuwsblad van het Noorden, 31/03/1976)
• Niet elk schot is een eendvogel (nog niet bevrucht). (G.A. Mesters: Wat het volk zegt. 1977)
• (Jef Anthierens: Synoniemen handboek. 1998)
• (M.A. van den Broek: Erotisch spreekwoordenboek. 2002)