Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 03-03-2023

naast de pot piesen

betekenis & definitie

(17de eeuw) (ook: buiten de pot piesen) (inf.) vreemdgaan; overspel plegen; een slippertje maken. 'Hij heeft buiten de pot gepiest' betekent: hij heeft een onecht kind verwekt. Tegenwoordig ook (onder vnl. jongeren): iets net verkeerd doen, zeggen; iets ongeoorloofds doen. Syn. : 'm buiten de pot laten hangen; naast het potje wateren; buiten de deur* eten. Deze uitdrukking dateert al uit de 17de eeuw (o.a. bij Bredero). Vgl. Duits slang ‘neben die Brille pissen’. Hiernaast nog het gezegde ‘wie naast de pot piest, komt nat thuis’ (wie een buitenechtelijke relatie aangaat, is niet meer dezelfde tegenover zijn echtgenote).

• Hy heeft buiten den pot gepist. Dit zegt men van ymand, die zich ergens in te buiten heeft gegaan. ’t Zyn niet slechts de pissebedden, waar op dit toegepast word. (Carolus Tuinman: De oorsprong en uitlegging van dagelyks gebruikte Nederduitsche spreekwoorden, opgeheldert tot grondig verstand der vaderlandsche moedertaal. Deel I. 1726)
• Voor jij kwam had ze al behoorlijk naast de pot gepist. (Henk van Kerkwijk: Geweer met terugslag. 1966)
• Amerikaanse mannen zijn bang voor hun vrouwen. Proberen na enkele jaren huwelijk de genotsdaad te ontvluchten. Slapen in aparte bedden. Pissen daarom naast de pot. (Jan Cremer: Made in USA. 1969)
• 't Gaat er niet om dat Giel naast de pot pist, het gaat er om wát Giel naast de pot pist. Ik pees op de nuances, weet je wel. (Rinus Ferdinandusse: En het hoofd werd op tafel gezet. Een redelijk vrolijk familie-verhaal. 1970)
• Ik heb nadat ik met die blonde gevoosd heb, niet meer naast de pot gepist. (Hermine Heijermans: Leven met eros. 1979)
• We piesten allebei wel eens buiten de pot, maar dat doet tachtig procent van de mensen. (het Parool, 21/02/1987)
• Geeft niets, mevrouwtje, we piesen allemaal wel eens naast de pot. (Louis Ferron: De Walsenkoning. 1993)
• In de gang was hij neergevallen met cape en al, dat soort mensen takelt niet af met in bed plassen en poepen naast de pot. (Willem Brakman: De Koning is dood. 1999)
• Gecondoleerd, mijnheer Weichun: deze keer pis je naast de pot. Ik ga niet naar dat etentje als zij er ook is. (Lulu Wang: Seringendroom. 2001)
• Vrouwen willen een man met geld. Ze weten wel dat hij buiten de pot piest, maar het maakt ze niet uit, als het maar niet zo openlijk gebeurt dat zij erdoor vernederd wordt. (Nieuwe Revu, 03/10/2001)
• Brandsteder is een persoon die zich ervoor leent zo nu en dan buiten de pot te piesen. (Nieuwe Revu, 31/07/2002)
• Het vertrouwen in de Here en zichzelf kan bij sommige griffo’s zo hoog zijn, dat zij best een beetje naast de pot mogen pissen. (Peter Langendam: Morgen gebeurt het. 2007)