Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 18-03-2021

moordenaar

betekenis & definitie

1) (1920+) (Rotterdam) bijnaam van de stoomtram naar het zuiden. Omdat er zoveel mensen onder verongelukten. Zie ook: Gooise* Moordenaar.

• Zoals bekend beginnen de dleselelektrische treinstellen, die de vroegere stoomtrams heb. ben vervangen, ln de stad. Gezien de ongevallen, die zich hierdoor wel hebben voorgedaan, noemt de spraakmakende gemeente, die nog steeds van stoomtram spreekt, deze „de moordenaar". (De Tijd De Maasbode, 07/11/1959)
• Op beide Pinksterdagen wordt de „oude" stoomtram weer van stal gehaald en zal voor het publiek gaan rijden in-Hellevoetsluis. De tram was vroeger bekend onder de mam „De Moordenaar". (Het vrije volk, 04/06/1981)
• (Jan Oudenaarden: De terugkeer van Opoe Herfst. 1986)
• Vroeger had je de stoomtram naar het zuiden. Omdat er zoveel mensen onder kwamen, sprak iedereen van "de Moordenaar': "Hoe laat vertrekt de Moordenaar?' Met de bovengrondse metro naar de wijk Ommoord gebeuren ook veel ongelukken, dus heet die volgens de kranten nu "de Ommoordenaar'. Maar dat zal iemand uit Ommoord niet snel zeggen.' (NRC Handelsblad, 14/10/1993)
Moordenaar, (stoom)tram van de Rosestraat naar diverse bestemmingen op de Zuid-Hollandse eilanden (1893-1966). (Nicoline Sijs en Joep Kruijsen: Honderd jaar stadstaal. 1999)

2) (W.O. I) (Vlaanderen, sold.) soldaat mitrailleur.

• (Tony R. De Bruyne: Soldatentaal 1914-1918. 1994)

< >