Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 31-12-2023

minder, minder, minder

betekenis & definitie

(2014) (uitroep) als afwijzing van een bepaald fenomeen, zoals 'meer of minder Marokkanen in Nederland' (vraag van Geert Wilders aan zijn aanhang tijdens de gemeenteraadsverkiezingen in 2014).

• Daar rijden Volkswagen Golfjes rond in plaats van Porsche Panamera”s. En daar worden dus bastaardhondjes uitgelaten in plaats van Cavalier King Charles-spaniëls.
Vuilnisbakkies?
Minder, minder, minder! (Rob Hoogland: De grote Hoogland. 2015)
• Vlaams Belang-boegbeeld Filip Dewinter lanceerde, in mei 2014, kort voor de parlementsverkiezingen een videospel 'Minder, minder, minder'. In de game was het onder andere de bedoeling om criminelen en moslimterroristen uit te schakelen met een knuppel... (Jogchum Vrielink: Pro Deo: Ongevraagd juridisch advies voor vrijheidsstrijders en andere fanatici. 2016)
• Als je de oudejaarsconference maakt denk je op 1 januari: ik mag toch hopen dat er wel wat gebéurt in 2016. Zo’n beetje half maart dacht ik al: nou, het mag ook wel ietsje MINDER, MINDER, MINDER. (Claudia de Breij: De oudejaars. 2017)
• Toeristen? Minder, minder, minder! In een Telegraaf-column suggereerde ik die laatste drie woorden als slogan aan het gemeentebestuur nadat ze gevoed door toeristenhaat de letters I amsterdam van het Museumplein hadden laten verwijderen. (Rob Hoogland & Arthur van Amerongen: Het grote foute jongensboek. Deel 2. 2019)
• Wilders speelde de dag erna de gebeten hond. De presentator zou de vrouw hebben uitgelokt hem een ‘fascist’ te noemen, wat zou aanzetten tot geweld tegen hem, liet hij weten op X. Aldus de man die de menigte uitlokte ‘minder! minder!’ te scanderen, aangaande Marokkaanse Nederlanders. (De Volkskrant, 27/12/2023)