Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 24-12-2020

milieuwerker

betekenis & definitie

(1976) (euf.) vuilnisman. In Engeland noemen ze zo iemand met een zekere vorm van waardering een ‘cleansing operative’ of zelfs een ‘environmental cleaner’. Vroeger sprak men over een ‘sanitation worker’. Australiërs die gek zijn op afkortingen en andere turbotaal gebruiken het woord ‘garbo’ (een verkorting van garbologist: iemand die gespecialiseerd is in afvalverwerking). Andere voorbeelden van upgraden van beroepen zijn interieurverzorgster; hairstylist, shopkeeper. Syn.: hygiënisch assistent.

• De werkgroep vindt, dat de vuilnisman voor een dergelijke verandering van zijn taak goed moet worden opgeleid en bepleit daarvoor een aparte opleiding. Onderdelen daarvan zouden dan gesprekstechniek, voorlichtingskunde. milieuhygiëne, technisch onud,. administratieve bezigheden en gemeentelijke voorschriften moeten zijn. Door deze opleiding en de meer gewaardeerde functie, kan de milieuwerker in hogere salarisklassen komen, zo hoopt de groep. (De Volkskrant, 21/05/1976)
• Het zit er niet in dat de vertrouwde vuilnisman binnenkort uit onze straten verdwijnt om plaats te maken voor een terdege geschoolde „milieuwerker", die slechts af en toe van zijn spierballen gebruik maakt. (De Telegraaf, 05/06/1976)
• In de winkelwandelstraten zullen de milieuwerkers van Ivago dagelijks aan het werk zijn. Drukke straten met doorgaand verkeer krijgen minstens twee keer per week een beurt, terwijl de ringlanen, de pleinen en de minder drukke straten met doorgaand verkeer één keer per week schoongeveegd zullen worden. In dichtbevolkte woonwijken komt de veegmachine één keer per maand langs, tegen minstens één keer per jaar voor de dunnerbevolkte wijken. Zelfs voor de bewoners van de 42.665 woningen waar het zwerfvuil slechts één keer per jaar wordt opgehaald, ... (De Morgen 18/11/1997)