Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 21-12-2020

Mexicaanse hond

betekenis & definitie

1) (1920+) (vero.) fluitend geluid van een genererend radiotoestel. Genoemd naar de chihuahua, een hondensoort die veel in de gelijknamige Mexicaanse deelstaat vookomt. De uitdrukking dateert uit de pionierstijd van de radiotechnologie en moet bedacht zijn tussen 1919 en 1926. Het woord chihuahua is in 1918 voor het eerst in het Nederlands aangetroffen. De eerste radio-uitzendingen begonnen in 1919. In het Koenenwoordenboek duikt de Mexicaanse hond voor het eerst op in de zestiende druk (1929), zeer onbevredigend gedefinieerd als 'trillingen van een radiolamp, waardoor de opgevangen tonen gewijzigd worden.' Deze definitie is blijven staan tot en met de Grote Koenen (1986). In Koenen 28 (1987) wordt het dier geschrapt. Van Dale komt met het fenomeen op de proppen in de zevende druk van 1950: 'het geluid van een genererend radiotoestel'. Volgens de Radio Encyclopaedie (2e druk, 1949) van J.J.L.van Zuylen was het toen al 'een thans weinig meer voorkomende storing'.

• Aangezien de dame verder nog in het bezit blijkt van een radiotoestel, waarbij de Mexicaansche Hond zich slechts sporadisch vertoont.... (het Vaderland, 13/03/1926)
• Jong en dartel, vol levensvreugd, bekend over de heele beschaafde wereld, schept de Mexicaansche hond er behagen in, nu den een, dan den ander met zijn zwierigen staart te streelen. Soms blijft hij even tergend grommen en bederft natuurlijk net de mooiste passages uit de muziek en daarbij allicht ook het goede humeur van de radio-liefhebbers. Of ge zit te luisteren naar een belangrijke rede en dan komt hij natuurlijk weer precies op het meest ongeschikte moment met zijn oewiet-oewiet en neemt op meesterlijke wijze precies de getallen of namen mede, die ge noodig hebt. (Nieuwe Rotterdamsche Courant, 03/03/1927)
• Dan zijn er Theremin's constructies van 'nagenoeg alle bekende tonen en toonkwaliteiten, plus een aantal nog onbekende, door'middel van gefixeerde interferenties, d.i. het afstemmen van de Mexicaansche hond. (de Groene Amsterdammer, 26/10/1929)
• Voor de huiskamers dreigt echter een storende toon, al mag men dit niet den nieuwen Philipsproducten verwijten, en wel een verbasterde 'mexicaansche hond'. (de Groene Amsterdammer, 02/09/1933)
• Gelukkig zijn de moderne toestellen o.a. door toepassing van schermroosterlampen "stralingvrij", zoodat de "Mexicaansche hond" vrijwel tot het verleden is gaan behooren. (het Vaderland, 16/08/1934)
• „Moet je maar uit de buurt van het toestel blijven", zegt de buurvrouw, „het is zó gevoelig, dat je het niet eens hoeft aan te raken, dan gilt het al..
„Freule kruidjeroermeniet", zeg ik, maar buurman de professor orakelt:
„Het is de Mexicaanse hond, of te wel zuster Buitenhuis, eigenlijk heet het: genereren." (Meyer Sluyser: Hier is de VARA: 25 jaar democratisch-socialisme in de omroep. 1950)
• De aldus veroorzaakte, in het trillingsgebied van de Mexicaanse hond liggende golven, oefenen een verwoestende invloed op het menselijk zenuwstelsel uit. (Maurits Dekker: Hokie Pokie: verhalen, herinneringen, op- en aanmerkingen. 1960)
• Vroeger sprak iedereen van loudspeakers. In die tijd hadden radiotoestellen spoelen en de lampen, sorry de buizen stonden er bovenop. Die dingen zagen er heel interessant uit. Eerst hadden ze koptelefoons, later een loudspeaker, zodat de kamer vergeven was van gepiep en gekraak, de zogenaamde Mexicaanse hond, een huilend gejank. (J.W. Holsbergen: Zakenmensen eerlijk als goud. 1967)
• Mexicaanse hond. Gillend geluid bij de radio. (Puzzel Vademecum. Deel 1. 1979)
• Wat ze ook probeerden met de spoelen en wikkels van het toestel, de luidspreker braakte bijna uitsluitend gekraak uit, soms hard soms zacht en als je de omroeper wél verstond begon ineens de Mexicaanse hond te janken van hoog tot laag als een jakhals in de ether. (Sal Santen: De kortste weg. 1980)
• Ssssssttt! Wat is dàt? Hoor ik het goed of lijd ik aan Mexicaanse hond?? (J..A. Deelder: Modern passé. 1984)
• De in het kortegolfgeruis wegzinkende berichten doen me denken aan de 'geheime zenders' in oorlogstijd en, nog langer terug, aan mijn jongensjaren, met op de zelfgebouwde radio het akelig klagen van de Mexicaanse Hond. (Jan Vrijman in het Parool, 15/10/1992)

2) (1973) (inf.) verkeersdrempel. Britten noemen dit een 'sleeping policeman'.

• Een middel om aan harde rijders die schade (t.w. aan voertuig of persoon) toe te brengen wordt gegeven met de zg. Mexicaanse honden, dwarse drempelachtige verhevenheden in het plaveisel, die schokbrekers, vering en eventueel het gebit van de hardrijdende automobilist genadeloos verwoesten. (NRC Handelsblad, 01/03/1973)