1) (1931) (inf.) zaniken, zeuren. Van 'mem' (borst van een zogende vrouw), overdrachtelijk ook voor een 'zeurderig, verwend kind'. Talrijke syn. in de volkstaal: azijnzeiken*; beunnaaien*; bitchen*; bleppen*; dimdammen*; discuzeuren*; donderen*; donderjagen*; drammen*; eieren*; eikelen*; emmeren*; etterbakken*; etteren*; fucken*; gallen*; gorten*; hassebassen*; ielen*; kalegezichten*; kanenbraden*; kankeren*; karnen*; keutelen*; klassineren*; klepzaniken*; klepzeiken*; kletskamizolen*; kletsmajoren*; kliemen* en klagen; klieren*; kloothannesen*; klootvegen*; klootvinken*; klootzakken*; knarpen*; kutkammen*; kutkauwen*; lazeren*; lazerstenen*; lemmeren*; leuteren*; mauwen*; meieren*; mekkeren*; melken*; meuten*; miemelen*; miepen*; mieren*; mieteren*; mieterjagen*; miezemauzen*; muizen*; mutsen*; neuken*; neukepitten*; neuten*; ouwehoededozen*; ouwehoeren*; ouwemeuten*; ouweprostitueeen*; ouwetyfushoeren*; ouwezakken*; pijpen*; pijpzeiken*; pikkeneuren*; plassen*; reutelen*; sabbelen*; seibelen*; shitten*; sikkeneuren*; simmen*; sodemieteren*; teuten*; tjouwelen*; trutten*; tutfiepen*; urmen*; vellen*; wauwelen*; zedenmieren*; zeiken*; zeikstralen*; zemelappen*; zemelen*; zuigen*.
• Dan ook niet memmen over 't front, maar doen in Singapore, wat er te doen valt. (D.F. van der Plant: De gouden lotus. 1931)
• Goed, die oudste jongen is getrouwd. Heeft een baby. Loopt met troebele koeienogen achter die wagen te memmen. (Simon Carmiggelt: Duiven melken. 1960)
• En daar begint zij juist over trouwen te memmen. (Henk van Kerkwijk: Tot de aanval. 1968)
• En op de bank zitten memmen dat je plantenbak burgerlijk is... (Yvonne Kroonenberg: Alles went behalve een vent. 1989)
• De zelfingenomenheid van deze schrijver komt tot uitdrukking in de manier daarop hij schrijft. Schrijven is voor hem een vorm van kletsen op papier, emmeren, roddelen, memmen. (Trouw, 11/02/1993)
• (H. Diddens: Woordenboek van het Mechels dialect. 1999)
• ‘Hij heeft overal wat over te memmen,’ zegt ze, ‘bij alles wat ik doe geeft hij commentaar.’ (Yvonne Kroonenberg: De mannenfluisteraar. 2007)
• (Lex Reelick, Cor Swanenberg, drs. Erwin Verzandvoort & Michel Wouters: Bosch woordenboek. 2009)
2) (1287) (plat) borsten. Bij Piet Grijs (Blijf met je fikken van de luizepoten af. 1972) nog de variant memmels*.
• Als ghy aen haer mag're memmen
Sult uyt-suyghen eenen damp,
'k Wedd' ghy sult in vreughden zwemmen
Als den visch in 't water zwamp. (Willem van der Borcht: Brusselschen Blom-hof van Cupido. 1641)
• Wacht u voor geweld van vrouwen. Memmen trekken meer als touwen. (A. de Cock: Spreekwoorden en Zegswijzen over de Vrouwen, en Liefde en het Huwelijk. 1911)
• Memmen: borsten van een vrouw. (E.G. van Bolhuis: De Gabbertaal. 1937)
• ... een paar vreselijke kanjers van memmen. (Jan Cremer: Ik Jan Cremer. Tweede Boek. 1966)
• Tiet is ordinair. Buste is saai. Borst is sexloos. Memmetje is voeding. Mammae is dooie taal en onzin. Joekel is Amsterdams. (Rinus Ferdinandusse: De brede rug van de Nederlandse maagd. 1968)
• memmen: borsten. (Piet Grijs: Blijf met je fikken van de luizepoten af. 1972)
• Het was een paar maanden geleden wel erg raak toen werkelijk ieder stripblad voorzien was van twee stevige memmen. (Titanic nr. 29, 4e Jaargang 1987)
• Een prachtige stoot, hele lange benen, met enorme grote memmen... (Jan Cremer en anderen: De liefdes van Jan Cremer. 1988)
• ... dat hij hield van prammen, van enorme mmémmen, van tieten, grote tieten. (Ronald Giphart: Ik ook van jou. 1992)
• En ook de supermemmen van madammen in Engelse kranten, lokken geen stormen van protest uit. (Trouw, 20/01/1995)
• Ze bukt zich, haar decolleté toont me de diepe gleuf tussen haar geweldige memmen - als dat niet minstens bh-cup 95 D is... (Frans Pointl: De hospita’s. 1996)
• Ze tonen te pas en te onpas hun bolle pens. Sommige zijn al Opgestaan en drukken het werpsel met een gelukzalige glimlach tegen hun blote memmen. (Heleen van Royen: De gelukkige huisvrouw. 2000)
• Het was lang geleden sinds Anne de Baetzelier, de ex-omroepster van VTM, dat hij nog ‘ns in een dergelijke stoot z’n sossis geïmporteerd had. Hoewel De Baetzelier niet echt van die grote memmen had. (Herman Brusselmans: Guggenheimer wast witter. 2000)
• Memmen, borsten. Bargoens (Michel Elias: Haags. Taal in stad en land. 2002)
• Maar Angelique twijfelde niet: bemind worden was het belangrijkste. ‘Dan mag je wel wat aan je karakter doen,’ sneerde Marius. ‘Of eerst memmen krijgen,’ gnuifde Reinout. ‘Die heeft ze al!’ meende Bertje zijn zus te moeten verdedigen. Maar zijn broers riepen in koor: ‘Hoe weet jij dat?’ Bertje bloosde van ontsteltenis. En nog lang werd hij als ‘onze mammelokker’ aangeduid. (Monika van Paemel: Celestien; de gebenedijde moeders. 2004)
• Laat ze maar eens goed naar die memmen kijken en op zoek gaan naar hun ziel, vond hij. (Bert Natter: Begeerte heeft ons aangeraakt. 2008)
• ‘Tieten,’ zei Marike, ‘borsten, buste, boezem, eh, memmen. Er zijn wóórden voor die (Lydia dingen, hoor.’ (Lydia Rood: Kus me. Kus me niet. 2011)
• Toen de chirurg met zijn gouden handjes zijn agenda pakte om mijn memmen diezelfde week nog in te plannen, had ik al besloten dat een soepele communicatie met je folteraar toch wel een conditio sine qua non is voor een acceptabel resultaat. (Maan Leo: Ik ben Maan. 2012)
• De opgezwollen borsten boven haar rieten rok – langs de mem die de baby net losgelaten had droop een spoor melk tot aan haar middel toe – vond hij obsceen. (Rascha Peper: Handel in veren. 2013)
• Hoe klein ze mag zijn, over de grootte van haar memmen mag ze niet klagen. (Herman Brusselmans: Zeik. 2014)
• Kaarten met foto’s van echte vrouwen, die de beschouwer rechttoe rechtaan hun reëel bestaande blote memmen tonen, daar is hij te laf voor… (Bavo Claes: Vijftig. 2015)
• “Elke stond gewoon recht, toonde ons haar memmen,” zegt Pim. (Lize Spit: Het smelt. 2016)
• Die Engelse met Friese memmetjes is zo Hollands als het wicht met het rode haar, ze is niet leuk maar wel een beetje lekker. (Nanne Tepper: De kunst is mijn slagveld. Brieven 1993-2001. 2016)
• Bij zijn afscheid leek Siebelink door de alcohol genekt, hij informeerde bij Brouwers naar bordelen in de omgeving alsof hij naar een bakker of slager vroeg. En passant memoreerde hij ‘grote memmen’ op prijs te stellen. (Ad ten Bosch: De Ijssel stroomt feller dan de Amstel. 2019)
• Het damesblaadje Linda. wilde Nederland ontpreutsen en had daarom een aantal vrouwen met hun blote memmen op de cover gezet. (Youp van ‘t Hek: De leugen dicteert. 2022)
3) (2009) (inf.) klaarkomen tussen de borsten van een vrouw. Syn.: bezemen*; chinezen (4)*; tietneuken*.
• (Seksuele volkstaal en eufemismen op Wikipedia. 2009)
• (Piet van Sterkenburg: Rot zelf lekker op. Over politiek incorrect en ander ongepast taalgebruik. 2019)
