Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 07-12-2020

luitenant

betekenis & definitie

1) (1974) (Barg.) glas bier. Vanwege de gelijkenis met de witte kraag van het vroegere uniform. In de jaren dertig van de twintigste eeuw waren er echter reclameborden te zien waarop een luitenant stond afgebeeld met een pint bier in de hand. Daarbij de uitroep: "Hiervoor laat ik alles staan". Mogelijk heeft dit ook bijgedragen aan de populariteit van de term. Vgl. andere benamingen voor het pintje (vaak in allerlei combinaties): bak (10)*; deuk*; dubbele* oxer; emmer (4)*; gele* jongen (rakker, ridder); jongeman* met een wit boordje; kapitein-luitenant*; kegel (4)*; keil* (keiler, keiltje); koppeltje*; kopstoot (3)*; noorman*; paard* en wagen; peper-en-zoutstel*; pretcilinder*; schutter*; spannetje*; een klef stel*; stelletje*; toeter*; truck* met trailer.

• (Enno Endt & Lieneke Frerichs: Bargoens Woordenboek. 1974)
• (Johanna van Reeuwijk: Groot Nederlands Drankwoordenboek. 1984)
• (Paul van Riel: Kroegwoordenschat. 1998)

2) (16e eeuw) (spot.) iemand die bij een vrouw optreedt als plaatsvervanger van haar echtgenoot. O.a. in het werk van Bredero.

• Dat ik, uw Luitenant en dienaar, u een kroon Van horens plantte, en, zo 'k myn hulp niet hadt gegeeven, Uw vrouw, door my bestruift, was zuiver maagt gebleven. (L. Schermer: Poezy. ca. 1710, geciteerd in WNT)