(1976) (wielr.) renner die de leiding neemt, die aan de kop van het peloton rijdt of die de sprint aantrekt voor een kopman. Gian-Matteo Fagnini was de locomotief van Marco Cipollini. De Locomotief was ook de bijnaam van de Nederlandse renner Jaap Eden (18731925). Wim van Est werd dan weer de 'locomotief uit Sint-Willebrord' genoemd.
• Dan kropen Henri en Francis in het zadel en zegden hooghartig 'Vas-y!' Dat was voor Lucien Buysse het bevel dat hij voor lokomotief kon spelen om de Pélissiers in de kortste keren weer naar de groep te sleuren. (Jan Cornand: Gouden Lucien Buysse. 1976)
• Gualazzini, de Italiaanse reus, de lokomotief van de Brooklynploeg, een man die als geen ander de sprinten voor Patrick en Roger De Vlaeminck kan aantrekken, ging heftig te keer. (Lucien Berghmans: Patrick Sercu. 1979)
• Marc (Demeyer, nvdr) werd de locomotief van het peloton genoemd. (Freddy Maertens. Niet van horen zeggen. Opgetekend door Manu Adriaens. 1988)
• In '92 reed Jacky Durand meer dan tweehonderd kilometer vooruit, maar vooral achter de blinde locomotief die Thomas Wegmüller heette. (De Morgen, 11/04/1998)
• Het Team van de sprintkanonnen controleerde de laatste 5 kilometer, met absolute locomotief Marco Pinotti die de touwtjes stevig in handen nam. (Wieler Revue, juni 2008)