Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 16-05-2021

koepel

betekenis & definitie

(1930) (gevangenis) strafgevangenis (met karakteristieke ronde bouw) te Haarlem, Breda en Arnhem.

• Uit onze schooljaren herinneren wij ons nog wat idee wij hadden van een gevangenis als wij kwamen langs het groote gebouw met de dikke muren en zware deuren aan de Wilhelminastraat. „de Koepel” zooals Arnhem’s straf gevangenis algemeen bekend is. (Dagblad van Noord-Brabant, 11/10/1930)
• Op het ogenblik, dat een van de twee bewakers voor de ingang van „De Koepel" de deur van de arrestantenwagen opende om de veroordeelden naar bun cel te; brengen, sprong P. uit de wagen. (De tijd, 13/07/1951)
• In de Koepel: Minder vrijheid voor gedetineerden. Naar aanleiding van de onrust, die de laatste weken in de' Haarlemse gevangenis heerst heeft het Departement van Justitie besloten de vrijheden, die aan de gedetineerden waren verleend, voorlopig in te trekken. (De waarheid, 21/06/1956)
• … maar we hadden liever Johnnie Meyer met Manke Nelis. Die speelden later wel eens in Haarlem. In de Koepel. (Haring Arie: Een leven aan de Amsterdamse zelfkant. 1968)
• In de strafgevangenis „De Koepel" in Haarlem is gisternacht een poging gedaan om enkele'gevangenen van buiten af te bevrijden. (De Telegraaf, 14/11/1974)
• In de 'Koepel' te Haarlem, waar ik gewerkt heb, moest je zelf de vleeswaren uitdelen. (Piet Pireyns & Kees Schaepman: Verslaafd in Nederland. 1982)
• Een andere gedetineerde, die in de anderhalve maand dat hij nu zit weer aan de "dope" is geraakt omdat in de koepel alles te koop is, schetst de onvermijdelijke tegenstelling nog kleurrijker. (NRC Handelsblad, 12/03/1984)
• Het huis van bewaring De Boschpoort in Breda, bekend als de Koepel. (bijschrift naast foto in NRC Handelsblad, 27/07/1990)
• Ik was laatst in de Koepel (dat is de strafgevangenis van Breda, red.) en daar vroeg me een van de gestraften: burgemeester, op welke plaats sta ik op de lijst? (NRC Handelsblad, 23/07/1993)
• In de tussentijd zouden ze voor zwarte handel worden vastgezet in De Koepel in Haarlem waar mr. Sikkink, als officier van justitie, een oogje in het zeil kon houden. (Conny Braam: Het schandaal. 2004)
• Zou ik nu naar de gevangenis moeten, itste het door me heen. Nee, daar gingen kinderen toch niet naar toe? De broer van René was al een paar keer betrapt, en die zat ook niet in de koepel. (Christel Jansen: De woonschool. 2012)
• Door aftrek van voorarrest en strafvermindering is hij weer op vrije voeten. ‘Hé, hoe is het?’ zegt hij tegen Geerts en Dammann, die hem afkeurend opnemen. ‘Ik kom net uit de Koepel.’ (Robbert Ophorst, Marijn Schrijver & Roelof de Vries: De Lustfabriek. 50 jaar Nederlandse porno-industrie. 2014)
• Later ging Ria met Manke Tonnie, die heeft zelfmoord gepleegd toen hij vastzat in de Koepel in Haarlem. (Raoul Serrée: De wallen in de jaren ’60. Verhalen van prostituees, penoze en de postbode. 2015)
• Ik had in de Koepel in Breda gezeten. (Twan van den Brand & Jos Straathof: De jongens van de Condor. Het verhaal van een experimentele jeugdgevangenis. 2017)
• Ik had nog voorwaardelijk voor een andere zaak dus kreeg gelijk drie jaar. Zat in de Koepel. (Andries Bik: Grand Hotel de Bajes. 2019)
• Koepel: gevangenis met karakteristieke ronde bouw. (Paul van Hauwermeiren: Bargoens. Vijf eeuwen geheimtaal van randgroepen in de Lage Landen. 2020)