(1689) (Barg.) rijksdaalder; 2,50 gulden. Naar een vroegere Duitse muntsoort, 'Knack'. Vgl. Rotwelsch 'Knök' en 'Knecks' voor Duitse muntsoorten. Huizinga (Vreemde woorden) denkt echter aan het Hebreeuwse 'ka'aka' (ingegrift stempel). 'Loense knaken': valse rijksdaalders.
• Knaak, rijksdaalder. (Onze Volkstaal. Deel 3. 1885. Alphabetische Woordenlijst van het Bargoensch)
• Knaak, (barg.), rijksdaalder. (Taco H. de Beer & Eliza Laurillard: Woordenschat, verklaring van woorden en uitdrukkingen. 1899)
• Knaken zijn in 't Bargoensch: rijksdaalders. (Noord en Zuid. Jaargang 28. 1905)
• "Betaald met 'n knaak?" vraag ik. (Jan Feith: Op het dievenpad. 1907)
• Knaak: rijksdaalder. (Jac. van Ginneken: Handboek der Nederlandsche taal. Deel II. De sociologische structuur onzer taal II. 1914. Soldatentaal.)
• Soms mocht hij nog een slordig handje meehelpen bij het tabak-opslaan van een schuit, maar ook dat bracht een kouden knaak in, meer niet. (Israël Querido: De Jordaan: Amsterdamsch epos. Deel 1. 1912)
• Je dooie vader het twee knaken motten schokken
Voordat ie in 't Concertgebouw naar binnen mocht. (Louis Davids: De bokswedstrijd. 1921)
• Betaal mit ofgepaste munt... je hoef 'r je schanslooper nie feur an te trekke... D'r legge nog net acht knaakies. (Israël Querido: De Jordaan: Amsterdamsch epos. Deel 3: Manus Peet. 1922).
• As dat oue kavalje van een Gelderland daar op de reede in één dag 'n paar duizend knaken door z'n kanonnen in de lucht blaast, da's niet krankzinnig? (Jef Last: Zuiderzee. 1934)
• Kan 'k twee knaken in rekening brengen? (Willem van Iependaal: Adam in ongenade, 1938)
• ‘Daar rijd ik niet voor, denk je, dat ik me gammel trap voor 'n paar knaken.’ (Joris van den Bergh: Te midden der kampioenen. 1942)
• Ik heb twee knaken geleend aan de steward. (Jan Mens: Er wacht een haven. 1950)
• ‘Maar ik ga toch niet lopen voor een knaak,’ zei ik. ‘Als ’t nou een tientje was...’ (Simon Carmiggelt in het Parool, 21/08/1962)
• Voor een knaak doe ik 'm weg. (Simon Carmiggelt: Oude mensen. 1963)
• Voor twee knaken ben je 't heertje. (Jan Mens: De kleine waarheid (1967)
• Heb je belangstelling voor 'n retourtje Utrecht? Voor een knaak kun je het overnemen. (Simon Carmiggelt: Ze doen maar. 1976)
• … hij gaf de ober een knaak fooi. (Leon de Winter: De (ver)wording van de jongere Dürer. 1978)
• Met een zilveren knaak in m'n vuist geklemd drong ik door een woud van benen naar de toog. (J..A. Deelder: Schöne Welt. 1982)
• 'Sommige mannen gaan naar de hoeren,' vervolgde ik, 'voor een knaak mogen ze naaien.' (Sal Santen: Saartje gebakken botje. 1983)
• Kosten huis maar een paar knaken, rest betaalt sociale zaken. (Hans Sahar: Zoveel liefde. 1996)
• Hé jongens, daar loopt een hoer die de hele nacht niets heeft verdiend, die ken je naaien voor een knaak. (Adriaan van Dis: Dubbelliefde: geschiedenis van een jongeman. 1999)
• Ik heb van de ouwe vrouw een knaak gekregen, goed hè? (H.P. de Boer: Het verlangen. 1999)
• (Ewoud Sanders: Voor een dubbeltje op de eerste rang. 2001) p. 61
• Genoeg schoonmakers en taxichauffeurs die een Viagrapil voor een knaak willen. (Stella Braam: Tussen gekken & gajes. Avonturen in de undercover-journalistiek. 2003)
• Sommige mensen lossen dat op met een ‘envelopje’ in hun uitnodiging, oftewel: geef mij maar keiharde knaken. (Daphne Deckers: 111 x Daphne. 2011)
• Ik kreeg twee knaken en toen ik om meer geld vroeg, moest ik direct naar bed. (Özcan Akyol: Eus. 2012)
• Nu werken er alleen nog maar junks, travestieten en negerinnen,’ zei ze. ‘Die doen het nog voor een knaak als het moet, en liggen er niet wakker van als er iemand wordt vermoord. ‘ (Marcel Vaarmeijer: Val. 2013)
• Hij had wat tussen de oude spullen en kramen gescharreld, vertelde wat hij daar gezien had en dat hij voor twee knaken een paar oude houten schaatsen had gekocht. (Jacques Klöters: Voorwaarts leven, achterwaarts begrijpen. Mijn journaal. 2016)
• De stadswachten lummelen, gooien een knaak in een gokmachine. (Maxime Smit: De Javastraat. Biografie van een volksstraat. 2017)
• Als ze bij ons thuis kwam, stopte ze een knaak in je knuistje waarvoor je een ijsje mocht kopen. (Barbara van Beukering: Kruip nooit achter een geranium. 2018)
• Wat een geweldige stad Amsterdam in de jaren zeventig was, voordat de verschrikkelijke vertrutting erin sloop. Toen je je voor een knaak kon laten aftrekken op de Wallen. (Mano Bouzamour: Bestseller Boy. 2018)
• Voor een knaak gingen de luikjes open. Maar je moest snel zijn, want de luikjes waren zo weer dicht. (Pieter Waterdrinker: Biecht aan mijn vrouw. 2022)