Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 05-05-2023

kanon

betekenis & definitie

1) (1967) (politie/ onderwereld) pistool; vuurwapen van zwaar kaliber. Ook in het Duits: 'Kanone'.

• Agenten denken dat Daan z'n kanon ofzo pakt en springen op z'n nek en trappen hem hun autootje in. (Hitweek, juni 1967)
• ‘Pak zijn pistool,’ hoestte de kapitein.
Een hand graaide de Beretta uit mijn holster.
‘Wat een kanon,’ zei een van hen. (Gerben Hellinga: Vlammen. 1985)
• Ik voelde dat tussen mijn broekband nog mijn 'kanon' zat, dat ik in geval van nood zeker zou hanteren. (Frans Kwantes & Fred Hollinga: 3.0.3. is ter plaatse. 1986)
• Als hij om opheldering vraagt doet de man een stap terug en trekt uit een kennelijk onder zijn jack gedragen schouderholster een Magnum 357 - naar later zal blijken een 'kanon' van Israëlische makelij luisterend naar de naam 'Desert Eagle'. (Haagse Post, 25/06/1988)
• Tegenwoordig is er de 9 (mm). En het kanon is een blaffer. (Hans Rombouts: Mooipraat. Taal als camouflagemiddel. 1989)
• Kijk maar uit dat je je pols niet breekt bij het schieten met zo'n kanon. (Jan van Daalen: Sans rancune. 1991)
• Op advies van zijn broer neemt Pascal zijn 'kanon' - een pistool - mee. ,,Dat was om mij te beschermen tegen inbrekers.'' (Algemeen Dagblad, 12/07/2003)
• Daarna kreeg ik ook nog een Smith & Wesson. “Goh, dat is ook een zwaar kanon zeg,” zei ik toen nog. (Vico Olling & Martijn Haas: De kouwe ouwe. 2017)

2) (19e eeuw) (Barg.) stomdronken. Syn. geladen/ zat / zo vol als een kanon; vgl. zuipen als een kanon. De uitdrukking komt al voor bij Harrebomée 1861; we vinden haar ook terug in het Duits: voll / besoffen wie eine Kanone. Volgens de Duitse volkstaaldeskundige H. Küpper zou deze zegswijze afgeleid zijn van Kanone `bierglas van 2 tot 3 liter'. Ook in het Frans betekent canon `een glas wijn' (boire un canon: `een glas leegdrinken'). Een andere mogelijke herkomstverklaring is, volgens Küpper, de afleiding van `vol als zwaargeladen geschut'. In het Duits dateert de uitdrukking van ca. 1800. Stoett vermeldt nog een gelijkaardige zegswijze: ‘zo dronken als een katrol’. Hij citeert hierbij Het Handelsblad van 12 juni 1921. In het spreekwoordenboek van Tuinman vinden we nog ‘zo dronken als een stoel’.

• ... maar zuipen deeën ze allemaal, de een liep as een kanon over de straat, en de ander dee 't in 't geniep... (Henri Hartog: Sjofelen. 1904)
• Maar die kerel, die zuipt... en as tie kanon is, slaat ie dat wijf, dat ze al 's eens van z'n stompe bloed het gespoge... (M.J. Brusse: Landlooperij. 1906)
• Toen de meiden en het vaarvolk op den Zeedijk weerkeerden, was Corry kanon. (Israël Querido: De Jordaan: Amsterdamsch epos. Deel 2: Van Nes en Zeedijk. 1914)
• Gezwegen nog van de echte Zondagsvisschers, schelmen, die in vollen triomf, met „de bok aan het touw” (zalig, vet, lazerus, kanon! enz.) komen aanzeilen of aanlaveeren, maar niet vertellen, dat ze hun buit met den zilveren hengel bemachtigd hebben, of, erger, een armen visscher zijn fuik of zijn kaar hebben gelicht. (De Telegraaf, 18/06/1914)
• Ook aan deze omgeving ontleend is ,kanondoof", d.i. potdoof, eigenlijk: zóó doof, dat men kanongebulder niet eens verneemt, dus erg doof. Gemakkelijk valt nu ook te verklaren: „hij is kanondronken", en verder „zoo dronken als een kanon", of kortweg: „hij is kanon!" (de Sumatra Post, 11/03/1915)
• De milicien-soldaat Kruitnagel stond in voorgeschreven houding op het bureau. Hij was in den afgeloopen nacht van verlof teruggekeerd in een toestand die volgens Brabantsch-Limburgsche soldatenbegrippen eveneens kort, doch beteekenisvol, werd gekenschetst als zijnde „kanon". De soldaat Kruitnagel was „kanon" en na „kanon" komt niets meer, of het zou Engelengezang en Bazuingeschal moeten zijn.... (A. Roothaert: Spionnage in het veldleger. 1933)
• (Dr. C.G.N. De Vooys: Verzamelde taalkundige opstellen. Deel III. 1947) p. 232
• Ze zijn nu al één voor één kanon. Geen kameraad die nog op zijn benen kan staan. (Leonard Huizinga: Prins Adriaan en Prins Olivier. 1969)
• Laveloos! Kanon! Slikzat! (Leonhard Huizinga: Hasjadriaan en Hasjolivier, 1974)
• Ook de generaal dronk voor zover hij op was, en was 's avonds om negen uur al, ja, `als een kanon' zoals Paul dat uitdrukte. (Lévi Weemoedt: Halte Tranendal, 1991)

3) (1915) (voetb.) speler met een zeer hard en zuiver schot.

• Volgens Piet en Hein waren er geen betere voetballers dan zij zelf. Had Piet bij de jongens niet den naam van ‘het kanon’ gekregen om zijn reuzenkeien en liep Hein - die van wege zijn lengte ‘de Haak’ werd genoemd - met zijn lange beenen niet twee maal zoo hard als Eddy Loomans? (J.B. Schuil: De A.F.C.-ers. 1915)

4) (2005) (inf.) iemand die uitmunt in iets; erg bekwaam persoon. Vaak in samenstellingen zoals sprintkanon*.

• Stonden we opeens tussen live-kanonnen als Anouk. Die avond aan avond een volle zaal op zijn kop zetten. (Leon Verdonschot: Hart tegen hart. 2005)
• En dan het nieuwe kanon van de NOS: Michiel Bosgra. (Martin Bril: Het evenwicht. 2011)

5) (1972) (euf. of sch.) mannelijk geslachtsdeel. Zinspeling op het ejaculeren.

• Ikzelf was alleen maar nieuwsgierig naar de stijf opgerichte loop van het kanon tussen z’n benen, bereid een vergelijkende studie te maken tussen dit en dat van Muisjes vader. (Louis Paul Boon: Mieke Maaike’s obscene jeugd. 1972)
• Graag had ik hierna de vraag gesteld of Butannaziba ervandoor was met een andere hete blonde doos, er zonder pardon pardoes zijn zwarte kanon in leegschietend.... (Marnix Peeters: Natte dozen. 2013)

6) (2013) (steeds meerv.) (plat) grote borsten. Syn. onder jetsers*.

• Kanonnen, want die raken je. Je bent een doelwit voor ze en kunt ze niet ontlopen. Kanonnen moeten wel groot zijn trouwens, anders kun je het geen kanonnen noemen. (www.vice.com, 15/03/2013, antwoord op de vraag 'Wat is het leukste synoniem voor borsten?)
• Je hebt altijd baas boven baas. Dachten dat we de vrouwen met de grootste borsten ter wereld inmiddels wel kenden, komen er weer nieuwe opduiken. Dit is Mayra Hills, ook wel bekend als Beshine (@iambeshine op Twitter). Haar motto? Go big or go home. Haar cupmaat? Maat 70Y. Die kanonnen wegen samen zo n 18 kilo en zorgen ervoor dat Mayra fans van over de hele wereld heeft. (http://www.ze.nl, 14/01/2015)
• Het zijn eigenlijk gewoon vethoopjes. Spek met speentjes. Bergjes vlees en klieren met een kek roze hoedje erop. Soms raak ik ze even aan, of houd ze in mijn hand. Het past niet helemaal meer, maar dan knijp ik een beetje. My cup C runneth over. Roomoverstroming. Melk en honing. Ik houd van ze. Ben blij met ze. Toon ze graag. Fier op die bolletjes van plezier. Die bronstige bombonella's, die schitterende genotsheuvels, Bossche bollen, memmen, tieten, prammen, jetsers, airbags, kanonnen. Ik kan nog wel een uur doorgaan. (De Volkskrant, 17/09/2016)
• Hoewel ze eerst een bescheiden B-cup had, heeft ze nu cupmaat XXX. Allebei haar borsten wegen iets meer dan 9 kilo, aangezien ze zo’n 10 liter zoutoplossing in beide knakkers verstopt heeft zitten. Ze kan haar eigen veters niet meer strikken en stoot regelmatig dingen om met haar kanonnen.... (www.nsmbl.nl, 24/11/2016)
• Ze had mooie borsten, niet te groot, maar wel gewoon goeie. Jij kwam daar met je dikke kanonnen aanzetten natuurlijk, maar ze was wel echt een vrouw. (Heleen van Royen: Sexdagboek. 2018)
• (Piet van Sterkenburg: Rot zelf lekker op. Over politiek incorrect en ander ongepast taalgebruik. 2019)

7) (1997) (meerv.) (wielr.) in de uitdrukking 'de grote kanonnen': de grote vedetten. Frans: les ténors de l'équipe; le gratin. Engels: the big shots.

• De grote "kanonnen' hielden de benen opvallend stil, met het oog op de tijdrit van vandaag in het Luxemburgse land. (Algemeen Dagblad, 13/07/1992)
• Vandaag vertrekken de grote kanonnen voor de eerste bergetappe over de Col du Soulor, Col du Tourmalet, Col d'Aspin en Col de Val Louron-Azet. (Algemeen Dagblad, 14/07/1997) De ploegleiderswagen van Mapei werd uit de volgerskaravaan gedirigeerd, en in het kielzog volgden de grote kanonnen: Tom Steels, leider in het klassement, Michele Bartoli, leider in de wereldbekerklassement, en Johan Museeuw, oud-wereldkampioen. (de Volkskrant, 02/04/1999)
• Er waren nog steeds wel een paar grote kanonnen, maar ik besefte wel dat het voor mij de grootste kans ooit was om een rit in een grote ronde te winnen. (Thijs Zonneveld: Het Panini-album. 2018)

8) (2018) (kaartspel) bijzonder goede kaart.

• (Rien van den Broek & Ad Kerstens: Van aaszak tot zwabber. Woordenboek van de kaartspeler. 2018)

9) (1906) (scheldw.) zwaarlijvige vrouw.

• Kanon, Dik, zwaarlijvig vrouwmensen. Mie is e kanon. E kanon van e wijf. (Jozef Cornelissen & Jan Baptist Vervliet: Idioticon van het Antwerpsch dialect. Aanhangsel. 1906)