Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 17-07-2022

kakkerlak

betekenis & definitie

1) (17e eeuw) (scheldw.) verachtelijk persoon; onderkruipsel. Soms ook: nietsnut, sukkel of angsthaas. Reeds teruggevonden in het werk van Cats. En in Bredero's Moortje komt het voor als eigennaam.

• Hoe kwam het dat onze schepen tot aan Dover onontdekt gebleven zijn? Sliepen die kakkerlakken aan de overkant? (K. Norel: Vliegers in het vuur. 1963)
• Ja, hoor nou 'es híer, of jíj nou al prevelt van dat je zulke dingen als ik hier schrijf niet eens leest, of dat je daar slechts een minachtend schouder-ophalen voor over hebt, of dat mijn beleedigingen niet kunnen stijgen tot de hoogte van je verachting of een andere dergelijke gemeenplaats, daar, piesewieterige kakkerlak die je bent, wordt de zaak niet beter door. (Lodewijk van Deyssel: De scheldkritieken. 1979)
• Mijn jongens hebben net twee Rotterdamse kakkerlakken de ring uitgeslagen. (Nieuwe Revu, 23/03/2005, over worstelaars)
• Al die hedendaagse sjacheraars! Helemaal geen liefde meer voor hun buren en vrienden, allemaal zelfzuchtige lui van ikke-ikke-ikke… Ik wou dat ik ze allemaal niet meer nodig had, de vervloekte kakkerlakken! (Khalid Boudou: Het schnitzelparadijs. 2011)
• Even bleef het stil. Het leek alsof ze weg zou gaan. Toen trof die kakkerlak harde maatregelen: van achter haar rug haalde ze de kartonnen Hallmark-kaart die mijn oom en tante me precies een jaar geleden hadden gestuurd. (Lotte Kok: Skydancer. 2018)

2) (19e eeuw) (destijds in Oost-Indië) kleurling; albino. Het WNT citeert Bilderdijk. Tegenwoordig ook een racistisch scheldwoord voor een kleurling of allochtoon in het algemeen. Zie ook: witte kakkerlak.

• Eigenaardige beteekenis kregen de Nederlandsche woorden: lijfeigenen (slaven), verstekelingen (zij die zich bij het vertrek van een schip aan boord wisten te 'versteken'), vernufteling of Comp. fabryk (een ambtenaar, dien men tegenwoordig met een opzichter van open-bare werken zou kunnen gelijkstellen), roesemoesen (stroopen en plunderen), visschers met drooge netten (zeeroovers), hij staat in de grondverf (hij is nog niet geheel gekleed), lors- of mors-handel (sluikhandel), kakkerlakken (albino's), vrij-man (een gewezen militair der O.I. Compagnie). (Jac. van Ginneken en H.J. Endepols: De regenboogkleuren van Nederlands taal. 1917)
• En zooals men in het Amsterdamsche ghetto, wanneer er "matschudding" in de buurt is, de kinderen Israëls elkaar hoort schelden voor smous, leip, parg, zoo kan men, als er "mikmak" is in de Indo-wijk Krembangan te Soerabaja of in Kemajoran te Batavia, de Indo's elkaar hooren bombardeeren met het geheele scheldwoorden-vocabulaire, dat in den loop der eeuwen door pigmentvreters is uitgevonden: katjang, liplap, blauwe, klipsteen, kakkerlak enz. (de Groene Amsterdammer, 07/01/1922)
• "En via 'Ik heb een schijthekel aan homo's, die sporen niet helemaal,' ging het naar 'Een Joegoslaaf? Die mag zo bij me vreten, maar als ik zo'n vette Turk zie... Kakkerlakken zijn het. Marokkanen ook.'" (Han Lips in Het Parool over een televisieprogramma van Sonja Barend, 1993)
• Tegen Deniz zegt hij, terwijl hij naar een groepje donkere jongens wijst: "Kijk, ze hebben hier ook kakkerlakken. Alleen deze lopen rechtop. " (Nieuwe Revu, 24/09/2003)
• 'Kakkerlakken', 'homo's', 'ratten', 'naffers'. Het zijn maar enkele benamingen die operators van bewakingscamera's in het openbaar vervoer geven aan voorbijgangers die zij observeren. (het Parool, 23/09/2004)

3) (2000) (Amsterdam, taxichauffeurs) vrije chauffeur of snorder (die vaak onder de prijs gaat).

• 'Ik zie een kakkerlak met antenne', klinkt het over de TCA-radio. Een waarschuwing voor een patrouillerende motoragent. (Algemeen Dagblad, 27/01/2000)
• 'Jij mag hier niet laaien, kakkerlak,' hadden de TCA'ers geroepen. 'Laaien' staat in taxi-jargon voor het oppikken van klanten, 'kakkerlak' is de term waarmee TCA'ers de vijand van Taxidirekt aanduiden. (het Parool, 04/08/2000)
• Maandagmiddag, voor het Centraal Station in Rotterdam. Op deze warme dag is het zo rustig dat chauffeurs niet eens de moeite nemen naar het beginpunt van de standplaats te rijden. 'De kakkerlakken (vrije chauffeurs in de taximarkt -JS) hebben de markt verziekt,' zegt chauffeur Nico van Taxicentrale Rotterdam (TCR). (Elsevier, 13/07/2002)
• Om hun eis kracht bij te zetten dat ook ronselaars (in het jargon 'kakkerlakken' genoemd) zich aan de regels op de luchthaven houden, blokkeren chauffeurs van Schiphol Taxi donderdagochtend de rijbaan naar de taxistandplaats. De marechaussee grijpt na korte tijd in en sommeert de weg vrij te maken. (het Financieele Dagblad, 30/08/2002)
• Vorige week nog besloot de rechter in het kader van de Taxiwet dat zogenoemde vrije rijders klanten mogen ronselen in de aankomsthal van Schiphol. Schipholchauffeurs protes-teerden tegen die beslissing. De Schiphol-taxi's vonden dat de vrije rijders, door hen ook 'kakkerlakken' genoemd, hun klanten afnamen, door ze al in de aankomsthal op te wachten. (het Parool, 03/09/2002)
• De 'kakkerlakken' weigeren zo'n 'snotvrachtje' doodleuk, pikken de krenten eruit en maken op een dag makkelijk vierhonderd euro. (HP/ De Tijd, 05/12/2003)
• Zo'n chauffeur kan toch na vijf dagen uitzien naar een andere baan? Kennelijk niet, want uit het stukje over de klaaglijn bleek dat er domweg, 'hoeveel kakkerlakken er ook op de weg zijn', zoals één zegsman opmerkte, nauwelijks klachten werden ingediend. (Maarten 't Hart: Lotte Weeda. 2004)
• Van veel 'kakkerlakken' (taxijargon voor chauffeurs die niet zijn aangesloten bij een centrale) is bekend dat ze zich vaak niet aan dat maximumtarief houden. Vooral op de grote standplaatsen vragen zij 15,00 euro of meer voor een ritje van amper twee kilometer. ' (Het Parool, 02/05/2009)
• Veel malafide chauffeurs (kakkerlakken in taxi-jargon) zijn niet aangesloten bij een centrale en zoeken hun klanten dus op de standplaatsen. Om lucratieve ritjes voor toeristen of beschonken uitgaanspubliek wordt soms letterlijk gevochten. (Jasper Karman) (Het Parool, 06/01/2012)
• (Hans Heestermans & Ditte Simons: Mokums woordenboek. 2014)

4) (19e eeuw) (Barg.) kleine diefstal. Te verklaren uit die van onbeduidend insect en vandaar bagatel, beuzeling, iets dat nauwelijks in aanmerking komt. Syn.: kakkie.

• Kakkerlak, kleine diefstal. (Onze Volkstaal. Deel 3. 1885. Alphabetische Woordenlijst van het Bargoensch)
• Kakkerlak, (barg.), kleine diefstal. (Taco H. de Beer & Eliza Laurillard: Woordenschat, verklaring van woorden en uitdrukkingen. 1899)
• Kakkerlak. Ook: onbetekenende diefstal. (E.G. van Bolhuis: De Gabbertaal. 1937)

5) (1998) (comp.) webpagina (van een pornohandelaar) die je met de grootste moeite van het beeldscherm kwijtraakt.

• Niets vermocht de kakkerlak te verdelgen, zelfs Control-Alt-Del niet. (NRC Handelsblad, 13/12/1998)
• (Riemer Reinsma: Neologismen. 1999)

6) (2009) (scheldw.) Feyenoordaanhanger. Amsterdammers hebben deze naam verzonnen omdat kakkerlakken moeilijk uit te roeien zijn. Als je er één pakt, komen ze met meer terug. Ondertussen is het voor Feyenoordfans een geuzennaam geworden.

• “Dood! Dood! De graven met kakkerlakken zijn nog maar halfvol!” In 1994, voorafgaand aan en tijdens de genocide in Rwanda, waren dergelijke kreten met grote regelmaat te horen op radiostation Libre des Mille Collines. Het doel was duidelijk: de Hutu’s aansporen om de Tutsi’s en gematigde Hutu’s compleet uit te roeien. Het is in dat opzicht dus vreselijk dat Ajax-supporters naar de Feyenoordaanhang verwijzen als ‘kakkerlakken’. (https://sargasso.nl, 14/03/2009)
• (Heidi Aalbrecht & Pyter Wagenaar: Woordenboek van het Algemeen Onbeschaafd Nederlands. 2013)
• Neus knikt. ‘En dan dit er ook nog bij. Wij voor lul en 4-0 voor die kakkerlakken.’ (Menno Pot: Vak 127. 2014)
• (Hans Heestermans & Ditte Simons: Mokums woordenboek. 2014)
• Goddank kon een deel van de schuld nog afgewenteld worden op een groep Ajax hooligans, die zich in hun grenzeloze willekeur met de zaak gingen bemoeien omdat ze ‘geen racisten in hun stad’ wensten – dit een dag voor een van hen in de Arena een zwarte pop met de naam van Feyenoord-keeper Vermeer ophing. Iets dat we overigens vooral niet met racisme moeten verwarren, maar gewoon de verdiende straf is voor ‘kakkerlakken’ die de overstap van Ajax naar hun club uit 010 maken. (Vrij Nederland, 13/02/2016)
• Veel echte Feyenoorders dragen de geuzennaam kakkerlakken met trots. Dat zie je onder andere aan de vele tattoos die er zijn gezet. Bij Moose Tattoo in Hilligersberg was er zelfs een kakkerlakkendag. “Voor drie tientjes kreeg je een kakkerlak. De mensen stonden toen in de rij buiten. Dat liep storm.” (https://indebuurt.nl/rotterdam, 08/08/2020)

7) (18e eeuw) (Barg.) koper. 'Een kakkerlakse konkel': een koperen koffieketel.

• (Cartouche of de gestrafte booswigt: Uyt het Fransch in Nederduitsche vaerzen. 1731)
• (Nicolas Racot de Grandval: Nederduitsch en Bargoens woordenboek. 1743)
• (J.G.M. Moormann: De geheimtalen. 1932)
• (E.G. van Bolhuis: De Gabbertaal. 1937)

8) (1934) (scheldw.) inwoner van Breda.

• De Bredanaars zijn „Kakkerlakken", wat bluffers en grootsprekers beteekent en „Stoepschijters”. (J.R.W. Sinninghe: Brabantse volkshumor. 1934)
• Kakkerlakken: Aanduiding voor de inwoners van Breda PHB 13; Dat Breda, de prinsenstad, en de hoofdstad der Baronie, zich liet gelden tegenover het platteland kan niemand verwonderen. Zouden de Bredanaars daaraan den naam van kakkerlakken (dat hier gelijk zou staan met ‘opsnijders’) verdiend hebben? Van Miert 72; Zie ook Abderieten, Grasburgers, Buikvasten, Kale jonkers, Kostschooljongens, Kwajongens. De hoogmoed van Breda kwam de mensen daar te staan op de naam “kakkerlakken”. LvdB 75. (Casper van de Ven: De Brabantse spot- en scheldnamen. 2013)