kaaiman

betekenis & definitie

(1875) (Ned.-Indië) (sold.) fles jenever. Meestal: 'groene kaaiman'.

• De soldaten term kaaiman voor vierkante flesch, ook wel vierkante pot, in Nederland meest kelderfiesch jenever, is zeker Indisch. (De Gids. Volume 39. 1875)
• Een kelderflesch jenever wordt niet meer een „groene kaaiman" genoemd, een middagdutje geen „méridienne," een gebatikte pantalon geen „muggen broek," eene loting met dobbelsteenen geen „kattebak," een gijzelaar geen „ostagier,".... (de Indische Gids. Volume 36. 1914)
• En dit gold ook voor Indië, met deze afwijking, dat het berouw hier eerder z"n oorzaak vond, behalve in de bruine doohteren des lands, in den „groenen kaaiman", een spotnaam voor de van groenachtig glas geblazen kelderflesch jenever. (Haagsch maandblad, Volume 7. 1927)
• De kaaiman bijvoorbeeld, of dikkop was de soldatenterm voor een fles jenever. (Joop van den Berg: Soebatten, sarongs en sinjo's: Indische woorden in het Nederlands. 1992)
• Laatstgenoemden waren door de eerstgenoemden in ruil voor een 'groene kaaiman' (vierkante kruik jenever) of een rijksdaalder formeel geadopteerd. (Hans Meijer: In Indië geworteld: de twintigste eeuw. 2004)