Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

Gepubliceerd op 06-09-2020

jossen

betekenis & definitie

1) (2009) (inf.) (van mannen) masturberen.

• (Seksuele volkstaal en eufemismen op Wikipedia. 2009)
• (Piet van Sterkenburg: Rot zelf lekker op. Over politiek incorrect en ander ongepast taalgebruik. 2019)

2) (2008) (straattaal) heel wat pech hebben. Kijk ook onder gejost*.

• Jossen: verliezen, afgaan, verprutsen. ‘Ik ben me joch gejost tijdens mijn spreekbeurt’. (Prisma miniwoordenboek. Drop je lyrics 3. 2008)

< >