Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

Gepubliceerd op 08-09-2024

ironieteken

betekenis & definitie

(1991) (typografie) soort leesteken (een omgekeerd vraagteken of een uitroepteken tussen haken (!).) waarmee de auteur van een artikel wil aanduiden dat wat voorafgaat (of volgt) ironisch bedoeld is. De Fransman Marcel Bernardt (alias Alcanter de Brahm) is vaak uitgeroepen als uitvinder van het speciale leesteken. In l'Ostensoir des ironies (1899) zou hij volgens sommigen hiervoor een omgekeerd vraagteken geïntroduceerd hebben. Al veel eerder (in 1841) gebruikte de Frans-Belgisch lithograaf Marcellin Jobard al zo'n leesteken in Le Courrier Belge. In Nederland waren er heel wat schrijvers (Justus van Effen, Willem Frederik Hermans, Hugo Brandt Corstius, Nico Scheepmaker, K.L. Poll, Harry Mulisch en Henk Hofland) die in de twintigste eeuw gepleit hebben voor de invoering van een ironieteken. Veel succes heeft het de afgelopen jaren niet gehad. Op internet zijn emoticons of smiley's populair, al lijkt het niet aangewezen om die ook in drukvorm te gebruiken. Je zou natuurlijk kunnen stellen dat lezers die nood hebben aan een ironieteken gewoon slechte verstaanders zijn.

• Een paar maanden geleden woedde er in de kolommen van Vrij Nederland een discussie over het ironieteken; of, beter, over de vraag wie het eerst had gesuggereerd dat er eigenlijk, naar analogie van het vraag- en het uitroepteken, een ironieteken moest bestaan. Volgens mij was dat mr. G.G. van der Hoeven, tot 1936 hoofdredacteur van de Nieuwe Rotterdamsche Courant, die - zo hadden mij destijds redacteuren verteld die nog onder hem gediend hadden - die redacteuren placht te zeggen dat, zolang het ironieteken niet uitgevonden was, ze geen ironie in hun tekst mochten stoppen: de meeste lezers zouden letterlijk nemen wat er stond. Nu lees ik in het zojuist verschenen Traite de la ponctuation française van Jacques Drillon (Gallimard) - evenzeer aanbevolen als het veel dunnere Mind the stop: a brief guide to punctuation van G.V. Carey (Cambridge University Press, 2de druk 1960) - dat het ironieteken meermalen uitgevonden is, het eerst door Alcanter de Brahm (1868-1942) in zijn L'ostensoire des ironies (1899). Hij gebruikt er een omgekeerd vraagteken voor. Maar, zegt Drillon, 'gelukkig zijn er nog mensen die vinden dat de ironie in de zin ligt, niet in het teken waarmee hij eindigt.' (NRC Handelsblad, 01/10/1991)
• Dit brengt me tot een oud, blijkbaar onoplosbaar vraagstuk: dat van het ironieteken. Vooral in de tijd dat de ironie nog niet zo courant was als nu, was er bij oudere lezers vaak de behoefte aan zekerheid. Werden ze wel voor de gek gehouden of niet. Men heeft toen geopperd dat er een ironieteken zou moeten komen, maar hoe zou dat eruit moeten zien, en waar zou het moeten worden geplaatst. (NRC Handelsblad, 02/12/1994)
• Het ironieteken is een bibberig uitroepteken en moet ironische passages in teksten verduidelijken. Het teken werd gelanceerd bij het begin van de Nederlandse Boekenweek, die dit jaar ,,Lof der zotheid'' als thema heeft. (De Standaard, 16/03/2007)
• De afgelopen weken stonden de kranten opeens weer bol van de 'ironietekens'. Het ironieteken is een leesteken dat op gezette tijden opnieuw wordt uitgevonden. Ditmaal was het CPNB zo vindingrijk. Ter gelegenheid van de Boekenweek, die in het teken staat van de humor, presenteerde men het gekreukelde uitroepteken dat boven deze column staat. Als uitvinder van het ironieteken wordt vaak de Fransman Marcel Bernardt (alias Alcanter de Brahm) genoemd, die in l'Ostensoir des ironies (1899) het omgekeerde vraagteken introduceerde. Zelfs in de dikke Battus is 1899 de vroegste ironieteken-vermelding. Maar oud-hoogleraar en boekendeskundige Piet Buijnsters toonde aan dat schrijver Justus van Effen al begin achttiende eeuw het gebruik van een ironieteken bepleitte. In zijn Hollandsche Spectator beklaagde hij zich over de domme reacties die een van zijn artikelen had uitgelokt, en stelde hij voor dat hij er in het vervolg maar een speciale typografische ironiewaarschuwing bij zou zetten. Hij bedoelde dit overigens ironisch. Dat een ironieteken nooit een algemeen succes is geworden, heeft te maken met het wezen van de ironie. Ironie is iets zeggen en intussen min of meer het... (Elsevier, 30/03/2007)
• Misschien had ik voor slechte verstaanders het ironieteken moeten gebruiken. Nee, lieve boze mailers, ik wil niets verbieden. Geen film, geen toneelstuk, en al helemaal geen boek. Over wat wanhopig stemt, maak je liever een grapje. Mijn verzuchting de allerbeste boeken maar te verbieden voor leerlingen was zo'n mismoedig grapje. Ik vind het pijnlijk dat literatuur een gezonken cultuurgoed lijkt, gretig geconsumeerd door insiders en vrouwen van mijn leeftijd en ouder, maar lang niet leuk genoeg voor het Studiehuis. (de Volkskrant, 25/03/2008)
• ‘De grote boosdoener is dat vermaledijde ironieteken, de smiley. Als je iets ironisch zegt in een mail en je laat er niet zo’n onding op volgen, dan denken mensen dat je het enkelvoudig meent. Hoe gaat het met je? Soms wil ik dood. Als je daar geen smiley achter zet – wat ik nooit doe – dan krijg je paniekerige telefoontjes.’ (Christophe Vekeman in De Standaard, 12/09/2015)

< >