1) (1909) (inf.) ophouden; vertrekken.
• Niets baat; de toeschouwers zijn nu eenmaal opgewonden en schimpen zelfs op de musici, door hun toe te schreeuwen: ‘Pak maar in met jelui gejank en getingel - we willen Othello... O-O-thelloo-o!’ (Justus van Maurik: Oude kennissen. 1909. Tweede druk)
• ‘Maar jij blijft hier,’ bedong de baron, ‘anders kan ik wel inpakken.’ (Willy Corsari: Nummers. 1932)
• Schaper en kokadorus Troelstra konden wel inpakken met hun gekibbel in de kinderkamer. (Willem van Iependaal: Vaste koers. 1949)
• De ontroering, die hem belette verder te spreken, maakte diepe indruk op alle omstanders, zodat ik wel kon inpakken met mijn Peperstraat. (Simon Carmiggelt: Tussen mal en dwaas. 1949)
• En wat is er dan nog aan te doen: een vrouw die van een man is weggegroeid, door een andere liefde, of wat ze ziet als een andere, sterkere liefde, dan kan de man wel inpakken, die heeft niets meer in te brengen. (Adriaan van der Veen: Doen alsof. 1960)
• Als de Willem iii sluit, kunnen wij wel inpakken, Pierre... (Noud van den Eerenbeemt: De berenkuil. 1968)
• Ik kan wel inpakken met mijn verhalen. (Miep Diekmann: Total Loss weetjewel, 1973)
• Pina Berekamp, jij kunt wel inpakken!!! (Marjan Berk: De dag dat de mayonaise mislukte. 1983)
• Hij kon wel inpakken als de reorganisatie van het kader haar beslag kreeg. (P.F. Thomése: Haagse liefde & De vieze engel. 1996)
• Zonder embouchure begin je niks. Dan kan je wel inpakken. (J.A. Deelder: Angel Eyes. 1998)
• Zijn we gezien. Gaan we eraan. Kunnen we inpakken met ons goeie gedrag. (Peter Smink: Grand Mal. 2010)
2) (19e eeuw) (inf.) versieren, aan de haak slaan. In de betekenis van '(iemand) voor zich winnen, bekoren' reeds terug te vinden in het werk van o.a. Kneppelhout.
• Waarom liet hij zich altijd weer door haar inpakken, als zij eens eene vriendelijke bui had? (François de Bas: Hare Majesteit Adelheid Emma Wilhelmina Theresia, koningin-weduwe, regentes van het koninkrijk, Volume 9. 1894)
• Hij zag er ongevaarlijk uit, de meeste deuren gingen voor hem open en vrouwen lieten zich graag door hem inpakken. (Lydia & Niels Rood: Gerecht. 1991)
• Nou jongen, die zaak zit alleen maar vol omdat al die kerels zich 's middags bij de lunch laten inpakken door die trut.... (Martin Bril: Het leed dat liefde heet. 2009)
• Ook vond ze het onvergeeflijk dat hij zich door de Engelse liet inpakken, een vrouw waarvan ze met de paplepel hadden ingegoten gekregen dat ze niet te vertrouwen was. (Katja Schoondergang: Bewezen diensten. 2011)
• Fieke kreunt. ‘O mijn god, heeft hij je ingepakt met Kanye-lyrics?’ (Lisette Jonkman: Helemaal het einde. 2017)
• Henk beweerde boos dat ik Rik had staan inpakken. (Mensje van Keulen: Neerslag van een huwelijk. Dagboek 1977-1979. 2018)
