Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 28-04-2020

iemand bij de bok doen

betekenis & definitie

(1900) (inf.) iemand bedriegen, belazeren. Vgl. Iemand bij de beer* doen. In het kaartspel: de tegenpartij tegenwerken (Rien van den Broek & Ad Kerstens: Van aaszak tot zwabber. Woordenboek van de kaartspeler. 2018).

(Amaat Joos: Waasch Idioticon. 1904)
• ‘Jongen, Bartje,’ zegt hij. ‘Ie hebt het hier toch maar best, hè? Nou moesten ie toch ook es wat veur ons doen. Kiek jong, wij zitten toch zo verlegen om een maatstok, die moeten wij gebruken bij de slootswal. Die moesten ie straks even veur ons halen, hè?.... Dat wou ie jà wel? Hij is bij de smid. Vraag maar om de kikkerlatte, dan weet hij genoegt. Afgesproken?’ Dat is de enige vraag, waarop Bartje een antwoord geeft. Het is een kort en rustig antwoord. Want Bartje heeft al eens om de dichte gaatjespan gelopen. Hij laat zich niet voor de tweede maal hij de bok doen. (Anne de Vries: Bartje. 1935)
• We weten, dat er ergens oorlog is, maar het gaat aan ons voor een groot deel voorbij en er bestaat dan ook veel meer aandacht voor een geval, waarbij iemand „bij de bok” wordt gedaan – een typische soldatenuitdrukking om aan te geven dat iemand even in de maling wordt genomen )- zooals den volgenden avond op de slaapkamer het geval was toen een sergeant vertelde met een meisje te zijn uitgeweest en een ander toevallig dit meisje kende omdat het uit de buurt van zijn woonplaats afkomstig was. (Leeuwarder Courant, 09/09/1939)
• Zo word ik even bij de bok gezet (in de boot genomen). (Inez van Eijk: Zo lust ik er nog wel een. 1980)
• ‘Ik voel me bij de bok gedaan,’ beet Jan Cees Vogelaar vorige week woensdag de ministers Brinkhorst (Landbouw) en Pronk (Milieu) toe. “Bij de wat?” reageerden de bewindslieden verbouwereerd.
“Bij de bok gedaan,” herhaalde de voorzitter van de vakgroep melkveehouderij van LTO Nederland. En toen hij nog steeds vragende gezichten zag: “Jullie hebben me zwaar besodemieterd.” (HP/ De Tijd, 17/09/1999)