Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 01-08-2023

ibne

betekenis & definitie

(1999) (straattaal, scheldw.) flikker; klootzak.

• De invloed van andere talen, zoals Marokkaans-Arabisch en Turks, is beperkt, behalve in scheldwoorden en verwensingen, zoals ibne ('flikker') of taboen jemek ('Je moeders kut'), beide uit het Arabisch. De laatste krachtterm is ook in de Surinaamse versie populair: ju ma panpan. (Peter Burger & Jaap de Jong: Taalboek van de eeuw. 1999)
• Ik was er vaak getuige van dat hij voor ‘kankerzemmel’ werd uitgemaakt door lieden die van anderen hadden begrepen dat Hasan een top of ibne of zemmel was. (Lale Gül: Ik ga leven. 2021)
• Sterk en hilarisch zijn de dialogen van Amsterdamse scholieren met een Marokkaanse, Turkse, Afghaanse, Surinaamse, Koerdische en Joodse achtergrond die elkaar in rauwe taal dissen tijdens een Rome-reis. Je leert vreemde woorden kennen als tatta’s (witte, autochtone Nederlanders), kech (Turks voor hoer), kehba (Berbers voor hoer), drerries (jongens in het Berbers) top of ibne (flikker in het Turks), moetjoe (iemand die uit angst voor haar omgeving buiten de stad met Jan en alleman flikflooit).’ (Nico Keuning: De boekenfluisteraar. Over schrijven en schrijvers. 2022)