Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

Gepubliceerd op 03-03-2023

huisbaas

betekenis & definitie

1) (1914) (Barg.) souteneur (zo genoemd door de prostituées). Syn.: beschermer*; bikker*; boutenbikker*; dikvreter*; Jantje* Soet; kamerverhuurder*; kochel*; kutverhuurder*; kutvreter*; makreel*; mietnasser*; nasjer*; pol*; pooier*; seksbaas*; uitsmijter*; zoeterik*.

• Al betaalde dat tuig bij de week en al stond 't kamertje op haar naam, zoo'n huisbaas moest toch.... Enfin, wat deerde 't hem! (Is. Querido: Van Nes en Zeedijk. 1914)
• De huisbaas vond het ontklede tijk toen hij de huur kwam incasseren. De vrouw stond bekend als „Dikke Alie". Zij was een publieke vrouw, die sinds twee weken geen „bescherming" meer genoot. (Het vrije volk, 01/02/1960)
• (Enno Endt: Een taal van horen zeggen. Bargoens en andere ongeschreven sterke taal. 1969)
• (Enno Endt en Lieneke Frerichs: Bargoens Woordenboek. 1974)
• (Hans Heestermans: Erotisch Woordenboek. 1980)
• (Spectrum Sex Atlas. Een nieuwe geïllustreerde gids. 1978. Vertaling en bewerking Liselotte de Vaal & Otto M. de Vaal. 1981)
• Roxanne - bruingeverfd gezicht, groot lijf in een strak zwart jurkje, mannestem, geel gebit - zit hier al drie jaar "in de vitrine'. Ze is 45, zegt ze en vindt het niet terecht dat ze moet opstappen, maar ze legt zich bij de feiten neer. 'Als de huisbaas zegt dat ik weg moet dan ga ik. Ik huur maar.' (NRC Handelsblad, 25/08/1993)
• Een medewerker van de 'huisbaas' in het kader van dezelfde reeks politieverhoren: '(...) Jan wist precies wie er op de kamers verbleven. Hij hield dat allemaal bij. In de slagerij van Jan hangt een bordje waarop in het Spaans staat geschreven dat hij kamers verhuurt. Op de kamers waar ik ben geweest staan meestal drie bedden per kamer. De meeste mensen die in de huizen van Jan wonen, verblijven en werken illegaal in Nederland. Bijna alle kamers van Jan zijn verhuurd aan mensen die in Nederland in de prostitutie werken.' (het Parool, 29/06/1996)
• De Roemeense collega had een geschil met haar huisbaas over huurgeld. (Patricia Perquin: Achter het raam op de wallen. 2012)

2) (1906) (Antwerpen, lottospel) bijnaam van het getal 45.

• Huisbaas, Benaming van 't getal 45 in 't kien- of lotospel. (Jozef Cornelissen & Jan Baptist Vervliet: Idioticon van het Antwerpsch dialect. Aanhangsel. 1906)

< >