Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

Gepubliceerd op 20-10-2024

huis van vertrouwen

betekenis & definitie

(1874) (Vlaanderen, reclame) vertrouwd adres. Vroeger de aanduiding van de voormalige BRT.

• Scharrbei en Comp.
Bank en Recouvrementen.
Huis van vertrouwen. (Anton Bergmann: Ernest Staas. Schetsen en beelden. 1874)
• 't Is enkel een schreeuwend uitsteekbord, om den liefhebber van den gebuurwinkel af te roepen: ‘Kom hier man, hier is 't echte waar, hier krijgt ge verf voor uw geld. Huis van vertrouwen, gelegen op geen eenen hoek!’ Belachelijk! (Het Belfort. Jaargang 8. 1893)
• (Walter de Clerck: Nijhoffs Zuidnederlands Woordenboek. 1981)
Ze komen uit een carnavalsstoet, ze werden gehuurd bij Het Huis van Vertrouwen Costumes Binneweg! (Hugo Claus: Belladonna. 1994)
• Het nieuwe huis van vertrouwen. (Jean Laenens: Justitie hervormd. 2000)
• En dat was dus nog vóór de anonieme brief van de VRT-medewerkers werd voorgelezen. De bijnaam van de VRT, het Huis van Vertrouwen, verwordt volgens de ondertekenaars tot een Huis van Wantrouwen. (Knack, 28/03/2024)

< >