Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

Gepubliceerd op 22-08-2022

huis van plezier

betekenis & definitie

(19e eeuw) (euf.) bordeel, hoerenkast. Vroeger zei men ook een 'huis van ontucht', een 'berucht of publiek huis'; een 'rendez-voushuis'.

• Zij was toen mooi behangen; - maar, zoo als mij de kondukteur zeî, toen ik afstapte, 't is niet al goud wat er blinkt; want, zeî hij, ze hield een huis van plezier in den Haag. (Jacob van Lennep: Klaasje Zevenster. 1866)
• Niet tevreden met af en toe samen terdege aan den boemel te gaan, richten de heeren in den Prinsenlaan, te midden der Europeesche bewoners, een huis van plezier op. (Het nieuws van den dag voor Nederlandsch-Indië, 04/11/1907)
• Dit huis van plezier was niet het eenige in de straat, maar het beviel ons best, zooals ik hoop u in de volgende beschrijving te doen begrijpen. (Tijdschrift De Beweging. Jaargang 8. 1912)
• Maar op die plek stond nog geen halve eeuw geleden het meest vermaarde Amsterdamsche „huis van plezier”, waaraan de naam „Weinthal” verbonden was als vaneen hoofdstedelijken meneer Warren, die, primus inter pares, zelfs op occasioneele vorstelijke klandisie kon bogen. (De locomotief, 21/05/1927)
• huis van plezier, ontuchthuis. (L. Lievevrouw-Coopman: Gents Woordenboek. 1950)
• Dr. Ahmed el Nakib, voormalig directeur van het Al Moassat-ziekenhuis in Alexandrië, die zijn hospitaal veranderde in een „huis van plezier" voor ex-koning Faroek en slechts verpleegsters aannam op hun „sex appeal" werd Dinsdag in Cairo veroordeeld tot 15 jaar gevangenisstraf met verbeurdverklaring van zijn "bezittingen. (Java-bode, 29/10/1953)
• Haar dochtertje had haar verlaten
En woonde in een hier van plezuis
..... en woonde in een pluis van zeplier
..... eh huis van plezier.
(Henk Elsink: Johanna. 1967)
• De zondagsrust werd door de politie-brandweer gistermorgen verstoord doordat uitgerukt moest worden voor een huisje in de knoekoe van Maliuma dat in brand stond. Dit h het tweede huis van plezier, dat dit jaar in vlammen opgaat. (Amigoe di Curacao, 16/06/1969)
• Een huis van plezier: bordeel. (H. Mullebrouck: Vlaamse volkstaal. 1984)
• ‘Misschien heerste er een besmettelijke ziekte in dat huis van plezier,’ opperde een van de studenten die gegraven had, ‘waardoor er twee tegelijk gesneuveld zijn.’ (Rascha Peper: Vossenblond. 2011)

< >