Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 15-08-2020

HOP

betekenis & definitie

1) (2001) acroniem van Homo Ontmoetings Plaats. Zie ook: hopper (2)*.

• De bosjes vlakbij de A28 in Zwolle staan in homo-kring als HOP bekend, Homo Ontmoetings Plaats. (Nieuwe Revu, 01/08/2001)
•Steeds meer homo ontmoetingsplaatsen (hops) worden gesloten. Omwille van de openbare orde, zo beweren gemeenten, maar het lijkt erop dat gevoelens van afkeer een grote rol spelen. (HP/ De Tijd, juli-augustus 2017)
• Conny hoorde van die meneer van de Gay O dat de helft van zijn collega’s in Hilversum actief de herenliefde bedreef, al dan niet op de baan of de zogeheten HOP (homo-ontmoetingsplaats). (Rob Hoogland & Arthur van Amerongen: Het grote foute jongensboek. Deel 2. 2019)

2) (1990) (mil.) acroniem van huidontsmettingspoeder.

• Wie vermoedt dat hij is besmet met mosterdgas, kan daar in de eerste vijf minuten nog wat aan doen, zij het niet veel. Met detectiepapier kan je vaststellen of het druppeltje dat op de huid ligt, inderdaad mosterdgas is. Zo ja, dan kan de ongelukkige nog wat HOP erop strooien — het militaire jargon voor huidontsmettingspoeder. (NRC Handelsblad, 21/08/1990)