(1986) (pol.) zijn taak (opdracht) vervullen. De succesvolle CDA-verkiezingsleuze uit 1986, verzonnen door reclameman Paul Steenhuisen, luidde 'Laat Lubbers zijn karwei afmaken' (afgeleid van het Amerikaanse ‘let Reagan finish his job’). Men zegt ook wel het karwei klaren.
• Lubbers mag zijn karwei afmaken. En dus mag Piet van Zeil zijn karweitjes afmaken. (Vrij Nederland, 21/06/1986)
• In een persconferentie na de val van het kabinet refereerde een journalist aan Lubbers toen hij Balkenende vroeg of hij ‘het karwei af wilde maken’. (HP/ De Tijd, 25/10/2002)
• De opkomst daalt gestaag, behalve in tijden van polarisatie, zoals in 1977 toen Joop den Uyl wierf met de slogan ‘Kies de minister-president’ en in 1986 het CDA met ‘Laat Lubbers zijn karwei afmaken.’ (Elsevier, 26/10/2002)
• De verwijzing naar 1986 was boeiend. Toen zette CDA-leider Ruud Lubbers zijn samenwerking met de VVD voort. ‘Laat Lubbers zijn karwei afmaken,’ was toen de slogan. Het ‘no-nonsensebeleid’ van Lubbers-I was goed bevallen. (Elsevier, 09/11/2002)
• Nooit had ik kunnen denken dat ik nog eens een verkiezingsleuze van het CDA tot de mijne zou maken: Laat Lubbers z'n karwei afmaken! (Elisabeth Etty in NRC Handelsblad, 08/06/2004)
• Het CDA had de verkiezingen van 1986 glansrijk gewonnen onder de leuze ‘Laat Lubbers zijn karwei afmaken’. Dat leverde de premier negen zetels winst op, die ten koste gingen van de VVD. (Han van der Horst: De mooiste jaren van Nederland. 2013)