Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 21-08-2020

het inpikken

betekenis & definitie

(1935) (Barg.) sterven, doodgaan. Variant van: het afpikken*.

Hede overleed zacht en kalm, dat blijft zo, Pol, en hebbe we in te beruste. In de leeftijd van vijf en zestig jaren Meester Doctor... Wacht is effe. Meester... Die heb jij ook nog in je familie!! Hij zal het ook wel zacht en kalm inpikke als het zover is... (Willem van Iependaal: Polletje Piekhaar. 1935)