(1943) (ook: het gat dichten) (wielr.) de afstand tussen peloton* en koplopers* ongedaan maken. In het Frans: faire la soudure; Engels: to bridge a gap.
• En in de Zes Dagen, waarvan hooger spraak, was hij zoo uitstekend, dat hij bekwaam was van alleen te rijden tegen twee. Wat hij ten andere meer dan eens deed, omdat Van Lerberghe, die wel sterk was, wat snelheid miste, zoodat Pier meer dan eens verplicht werd, van ‘een gemaakt gat te stoppen’, tusschen zijn maat en wegloopers. (Karel Van Wijnendaele: Het rijke Vlaamsche wielerleven. 1943)