Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 20-05-2021

heitje

betekenis & definitie

(1860) (Barg., vero.) kwartje. Afgeleid van Hebreeuws hé, de vijfde letter van het alfabet, als getalwaarde ‘5’. Vooral nog bekend in de uitdrukking 'een heitje voor een karweitje' (padvindersleus: voor een kwartje kwamen padvinders een werkje verrichten). 'Op een heitje beginnen' betekent: met weinig of niets beginnen. Een 'heitjespooier' was een Bargoense benaming voor een souteneur (opgetekend door Moormann, Nijmegen. 1924).

• Heijtje, kwartje. (Onze Volkstaal. Deel 3. 1885. Alphabetische Woordenlijst van het Bargoensch)
• Heitje, (barg.), een kwartgulden. (Taco H. de Beer & Eliza Laurillard: Woordenschat, verklaring van woorden en uitdrukkingen. 1899)
• (A. Aletrino: Handleiding bij de studie der crimineele anthropologie. 1904, woordenlijst achteraan)
• Heitje: vijf stuivers (kwartje). (Köster Henke: De boeventaal. 1906)
• Dan had je nog je half pond vet,.... ook weer een heitje.... (Israël Querido: De Jordaan: Amsterdamsch epos. Deel 1. 1912)
• Heitje: een kwartje. (Jac. van Ginneken: Handboek der Nederlandsche taal. Deel II. De sociologische structuur onzer taal II. 1914. Soldatentaal)
• In me prefé bofesakkie hebbe se rispetiefelijk gevonde... twee valsche knaake... drie valsche pietermanne en tien blikke heitjes. (Israël Querido: De Jordaan: Amsterdamsch epos. Deel 3: Manus Peet. 1922)
• Heitje: voor kwartje; de naam is van de letter Hei, die de getalwaarde van vijf heeft. (Het Joodsch in het Nederlandsch. In: Het Vaderland, 18/11/1923)
• Bij zijn leven, zal hij geen gezond uur meer beleven als hij liegt: al vaak genoeg heeft ze sjabbes gemaakt met een daalder, met zes heitjes. (Maurits Dekker: Amsterdam. 1931)
• Ze krege ieder meer dan drie heitjes op d'r pramus te dele!! (Willem van Iependaal: Polletje Piekhaar. 1935)
• As je voor 'n dubbeltje geboren bent, dan wor je nooit 'n heitje. (Jan Mens: Mensen zonder geld. 1939)
• Zaterdagmiddag zal de stad Leeuwarden een vreemde optocht door haar straten zien trekken. Circa 450 padvinders, uitgerust met tuin- en timmergereedschappen, schoonmaakartikelen enz., maken dan een mars door de stad, waarbij de politiekapel de muziek verzorgt. Deze optocht volgt de inleiding tot een bijzondere actie, welke ‘De Nederlandsche Padvinders’ en de ‘Verkenners van de Katholieke Jeugdbeweging’ in de komende week zullen voeren onder de leuze ‘’n heitje voor ’n karweitje’ (ter verduidelijking, een heitje is de Amsterdamse benaming voor een kwartje). Onder de slagzin a bob a job (een shilling voor een werkje) wordt nu reeds enkele jaren in Engeland, in de week na Pasen door de welpen, verkenners en voortrekkers geld verdiend om hun vereniging te steunen. Dit jaar wordt nu ook met deze actie in Nederland gestart. (Leeuwarder Courant, 10/04/1952)
• 'Je zal het wel gejat hebben, leugenaar,' zei dat wijf en ze stopte me zonder meer drie heitjes in m'n handen. (Haring Arie: Een leven aan de Amsterdamse zelfkant. 1968)
• (Enno Endt: Een taal van horen zeggen: Bargoens en andere ongeschreven sterke taal. 1969)
• De slogan een heitje voor een karweitje" heeft het woord heitje dank zij de padvinders in ieders mond gebracht. Een heitje, verkleinwoord van hei (hee), de vijfde letter van het Hebreeuwse alfabet, had tevens de getalwaarde 5, dus vijf stuivers. (H. Beem: Uit Mokum en de Mediene. 1974)
• ... meer in mijn pocket dan een piek en drie heitjes. (Haring Arie: De Sarkast. 1990)
• heitje voor een karweitje • Vraag van kinderen om een karweitje te mogen doen waarvoor ze dan geld krijgen. Aanvankelijk ging het om een jaarlijkse actie in de paasvakantie. Het eerste heitje voor een karweitje werd in 1952 gehouden door de Nederlandse Padvinders (npv). Het Polygoonjournaal besteedde er een uitzending aan. Zo lieten ze een padvinder zien die de schoenen poetste van de toenmalige burgemeester van Amsterdam, d’Ailly. Met een heitje is eigenlijk een kwartje bedoeld, vijfmaal vijf stuivers, van het Jiddische ‘hei’, een verwijzing naar de vijfde letter van het Hebreeuwse alfabet. (Wim Daniëls: Mieters. De taal van de jaren vijftig. 2012)
• Voorlopig ben ik van mijn padvindersneigingen genezen. Een heitje voor een karweitje zit er de komende tijd niet meer in. (Theo van Rijn: Theo logische beschouwing. 2014)
• Hij is niet de volwassen voortzetting van die knul die heitjes voor karweitjes opknapte bij diezelfde villa’s. (Auke Hulst: Slaap zacht, Johnny Idaho. 2015)
We deelden een voorliefde voor legerkleding, griezelfilms en kattekwaad, soms afgewisseld met heitje voor een karweitje, waarbij we rijk werden van zieligheid. (Simone van Saarloos: Ik deug / deug niet. 2015)
• Kreeg hij een heitje dan liep hij meteen door naar het café om een borrel te kopen. (Patricia F. Wessels: De wensdagen. Een jeugd in de Jordaan. 2016)
Interruptie: klein, wonderschoon meisje op rolschaatsen aan de deur, op zondagmiddag!: ‘Heeft u een heitje voor een karweitje? (Nanne Tepper: De kunst is mijn slagveld. Brieven 1993-2001. 2016)
• Je hebt toch wel een tientje voor de moeite gevraagd, lief Tuurtje van me? Een heitje voor een karweitje. (Rob Hoogland & Arthur van Amerongen: Het grote foute jongensboek. 2017)
• “Twee heitjes! Niek, ‘t is een rib uit me lijf.” (Dick Scholten: Betaalde troost. 2018)