Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 18-05-2023

heengaan

betekenis & definitie

(euf.) sterven; overlijden. Deze populaire metafoor die het doodgaan minder erg moet maken is al vrij oud. Vadertje Cats dichtte ooit: ‘Eer de derde son ontsloot den dageraet, Verneemt men dat de man allencxen henen gaet.’ Hetzelfde beeld van ‘vertrekken (naar een andere wereld)’ vinden we terug in andere talen, zoals het Engels (to quit, ook wel: to quit the scene; to pass away). ‘The departed’ zijn in het Engels de overledenen (zij die heengegaan zijn). In veel exotische culturen (zoals bijvoorbeeld bij de Australische aboriginals) is het noemen van de overledene taboe. In plaats van de naam wordt er gesproken over ‘hij die is heengegaan’. De angst voor het uitspreken van bepaalde namen is overigens wijd verbreid. Zie als voorbeeld Adonai. Oorspronkelijk was ook ‘overlijden’ een eufemisme. Het betekende immers letterlijk ‘overgaan’, waarmee dan bedoeld werd: overgaan van een levende naar een dode toestand of van de aarde naar de hemel.

• Catharina Beersmans is na een lang lijden Zondag 19 November van ons heengegaan, Woensdag 22 November hebben wij haar stoffelijk overschot naar het station Delftsche Poort gebracht .... (Elsevier's Geïllustreerd Maandschrift. Jaargang 10. 1900)
• Als ik een sterfhuis binnen ga vraag ik niet. Is ie ai dood? gestorven? maar: is 't afgelopen? is hij uit z'n lijden verlost? of een beetje Christelijker; heeft de Heer zich over hem ontfermd? heeft God hem tot zich genomen? Eufemisme voor dood, sterven. Zij is overleden, Grootmoeder is van ons heengegaan; mijn Zusje is in de Heer ontslapen. (Jef Notermans: De nieuwe spelling op de Indische scholen. 1935)
• Doodgaan werd overlijden, overlijden „van ons heen gaan”. (Het Parool, 15/05/1968)
• Op het eerste gezicht is het niet duidelijk dat dit een herdenkingsgedicht is. Wel treffen we in strofe 3 het woord ‘heengaan’ aan, dat vaak als een eufemisme voor ‘sterven’ wordt gebruikt. (Spektator. Jaargang 15. 1985-1986)
• De overledenen zijn heengegaan. Heengaan is een oud woord. In het Middelnederlands al betekende henenganc ‘dood’, evenals de Oudengelse varianten heononsiþ, hingang en hinsiþ. Ook het Middelnederlandse henenvaert had de betekenis ‘dood’. Een henencleet was een doodskleed, een lijkwade. In het Oostnederlands en het Middelnederduits was henne het woord voor heen. Hennekleed schijnt gewestelijk nog steeds voor te komen. De oostelijke benaming voor Atropa belladonna is henneblome of doodskruid. De Middelnederduitse hennevart kan men vergelijken met onze henenvaert. Verder was een henbedde in het Middelnederlands een doodsbed en betekent hennekost in het Westfaals ‘laatste avondmaal’. (Onze Taal. Jaargang 57. 1988)
• In een poging om die ondraaglijke tijding nog af te weren, hing ik de hoorn op de haak. Malle Mieke, heengegaan. (Ben Borgart: Fontana. 1988)
• Intussen is een ander eufemisme aan zijn opmars begonnen: heengaan. Brouwers noemt het niet (een opmerkelijke misser!), Van Dale vermeldt sinds de 12de druk expliciet dat het een eufemisme is voor ‘sterven’. In het algemeen is de reis-metafoor erg in trek; regelmatig treft men omschrijvingen aan als: ‘Hij is aan zijn laatste reis begonnen’, ‘Hij heeft zijn reis aanvaard’ en varianten. (Onze Taal. Jaargang 62. 1993)
• Met haar is een van de moedigste strijders van het illegale front heengegaan. (Vrij Nederland, 25/12/1999)
• ‘U gaat dus niet meer naar de intensive care,’ zei de chef van de afdeling. ‘Het is de bedoeling dat u hier lekker beter wordt en zo niet, dat u rustig heengaat.’ (Arnon Grunberg: Voetnoot. 2011)
• Voor zover mij bekend is gemaakt door de andere jongens moet hij gelukkig niet geleden hebben, hij heeft nog een sigaret gerookt en is kalm van ons heengegaan. (Hylke Speerstra: Op klompen door de dessa. Indiëgangers vertellen. 2015)