Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 30-07-2020

hamer

betekenis & definitie

(17e eeuw, vero.) (ook: hamersteel) mannelijk geslachtsdeel.

• Slons! Hoe vaak gaf je hem een nieuwe hamersteel?' 'Zesmaal opnieuw heeft hij mijn kantklos ingewijd en daarna wou hij nogmaals in mijn voorprieel. (Jij goudgepunte lans: Beschouwingen over de Franse erotische poëzie uit de zestiende en zeventiende eeuw. 1967)
• (Hans Heestermans: Erotisch Woordenboek. 1980)
• (H. Mullebrouck: Vlaamse volkstaal. 1984)