Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 24-08-2020

Hagenaar

betekenis & definitie

(1974) (Barg.) homoseksueel. Den Haag stond in de 18e eeuw bekend als homohoofdstad. Er waren speciale ontmoetingshuizen voor homo's. Vgl. Utrechtenaar*. Hagenaar is niet hetzelfde als Hagenees*. Zie ook: Haagse* vriendschap.

• (Enno Endt & Lieneke Frerichs: Bargoens Woordenboek. 1974)
• (Arendo Joustra: Homo-erotisch woordenboek. 1988)
• (Elsevier, 17/12/2005: Van aanloper tot zwijntjesjager)
• (Heidi Aalbrecht & Pyter Wagenaar: Woordenboek van platte taal. 2007)
• (Paul Van Hauwermeiren: Bargoens zakwoordenboek. 2011)
• (Marinus A. Van Den Broek: Boeren, burgers en buitenlui spreekwoordelijk geportretteerd. 2013)
• (Ton den Boon: De taal der liefde. 2017)