Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2023)

Gepubliceerd op 22-07-2020

gras

betekenis & definitie

(1960+) (drugs) (Eng. grass) populaire benaming voor marihuana. Talrijke jazz-, pop- en rockmuzikanten vonden hun inspiratie in het goedje. De term marihuana is eigenlijk een Spaanse meisjesnaam voor Marie-Jeanne of in het Engels Mary Jane. Onder deze naam is de drug ook bekend bij Engelssprekende gebruikers. Zie ook: Acapulco* Gold; banghi*; bhang*; dagga*; ganja*; kief*; Libanon*; Maria* Juana; Maroc*; Mary* Jane; nederwiet*; pot*; skunk*; spinaziewiet*; thee*; weed*.

• Deze zaak heeft alle toebehoren te koop voor psychedelische experimenten, zoals kleine „gras-pijpen" voor het roken van marihuana en „vishouders", ingewikkelde klemmetjes om de kleine peuken van marihuanasigaretten of mengsels van verschillende middelen vast te houden. (De Volkskrant, 24/02/1968)
• Dagelijks worden tientallen leden opgepakt voor het roken van het verboden gras. (Hitweek, 25/10/1968)
• Ik was allang blij dat ik wist wat gras was, maar we hadden het niet in huis en ik had geen flauw idee hoe er aan te komen. (Hugo Brandt Corstius: Grijsboek, of de nagelaten bekentenissen van Raoul Chapkis. 1970)
• .... trouwens hij is toch niet zo gek op hasjies. Meer op gras! (Arie B. Hiddema: Kassa. 1971)
• Gras roken, whiskey drinken en erwtensoep eten... (Ari B. Hiddema: Kif Kif. 1973)
• Verder veel te roken. Fantastisch gras. Rare paddestoelen. (Arie Visser: Het vangen van de draak. 1983)
• Een gram cocaïne kost vijfentwintig gulden. Tien zilverpapiertjes met base krijg je voor een tientje en voor iets meer kun je gras roken. (Amigoe, 07/02/1990)
• Ik had hem eerst wat van mijn eigen wiet aangeboden. ‘Gooi dat Groningse gras toch weg,’ zei hij. (Jos Palm: Oerend hard. Het onmogelijke høkersleven van Ben Jolink. 2005)


Alsjeblieft!
Dit artikel kreeg je van Ensie cadeau. Wil je ook bijdragen aan toegankelijke kennis?Word vriend van Ensie en ontvang een gratis encyclopedie!