Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 13-07-2020

gloeiende glorietoeters

betekenis & definitie

(1952) uitroep van verbazing of ergernis.

• Pah! de politie jullie zoeken? Voor diefstal van knikkers zeker, of voor belletje trekken aan een juwelierswinkel. Goeie glorietoeters! Ik had beter een stelletje kinderen van de HBS kunnen huren met slechte cijfers voor gedrag. Dan was ik beter af geweest dan met jullie zaagselhoofden. (Willy van der Heide: Een speurtocht door Noord-Afrika. 1952)