Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 13-07-2023

gesjochten

betekenis & definitie

(1860) (Barg.) arm; ongelukkig. 'Een gesjochten jongen': iemand die arm of in het ongeluk geraakt is. Van het Hebr. gesjogten, geslacht, gedood. Sjahat: slachten.

• Dat's een mooi ding! Op avontuur is hij dood: dan ben ik gesjochten voor mijn vracht. (Justus van Maurik: Papieren kinderen. 1888)
• Als je niet elken Vrijdagavond in een Hebreeuwschen bijbel leest en den volgenden dag Sabbath houdt, ben je gesjochten, adviseert No. 12. (De Nieuwe Taalgids. Vijfde Jaargang. 1890)
• (H. Molema: Woordenboek der Groningsche volkstaal, in de 19de eeuw. 1895)
• Als een koopman, gesjochten en radeloos, die zijn laatste guldens verteert in wanhopige uitspatting, omdat de zuinigheid toch niet meer helpt. (H. Hartog: Sjofelen. 1904)
• Isaäk, dat's geen masematte voor je, ze zullen die dingen daar voor 'n dubbeltje gaan verkoopen en dan ben jij gesjochte. (Justus van Maurik: Van allerlei slag. 1907)
• Hij was gesjochtener dan ooit, zijn ouwe heer hield hem schrikkelijk krap. (Nescio: De uitvreter, 1911)
• D'r is niks muzikaler tegenwoordig as gesjochtene jongens … (Bernard Canter: De schrik van Mengelberg.1915)
• Zijn ze gesjochten gesteld
Stiek ik ze gauw mit me geld. (Adrienne Solser: Bet, de koningin van de Dijk. 1924)
• (K. ter Laan: Nieuw Groninger Woordenboek 1924-1929)
• Al gappen ze me maar een goud horloge, ben ik al gesjochten... (Sani van Bussum: Een bewogen vrijdag op de Breestraat. 1930)
• Bovendien, wat was hij? ’n Gesjochten jongen. (Sani van Bussum: Het Joodsche bruidje. 1933)
• Aan tafel vertelt hij, hoe ze bij Pietje Mulders in het Zuurland gesjochten zijn... (A. Roothaert: Doctor Vlimmen. 1937. 3de druk)
• ‘Vooruit dan maar,’ zegt hij, - ‘omdat jíj het bent voor noppes, we zijn toch gesjochten.’ (Jef Last en Harry Wilde: Kruisgang der jeugd. 1939)
• Dat soort volk behandelt een gesjochte jongen erg uit de hoogte. (H. van Aalst: Onder martieners en bietsers, 1946)
• ... de knip op de deur voor de gesjochte koopman. (Willem van Iependaal: Onder de pannen, 1952)
• ... binnenin twee gesjochten artiesten... (Johan Fabricius: Dag, Leidseplein. 1965)
• Om eerlijk te zijn: ik was op dat ogenblik gesjochten als Job. (Jan Mens: De kleine waarheid (1967)
• Op dit eiland breek je praktisch je nek over gesjochten Italiaanse adel: baronnen, graven, prinsen. (Johan Fabricius: Wittebroodsweken met mama. 1969)
• De meeste jongens waren allemaal gesjochten en net als ik probeerden zij van alles om maar aan poen te komen. (Haring Arie: Recht voor z'n Raap, 1972)
• Als je gesjochten was, dan telde je immers niet mee. (Sal Santen: Stormvogels. 1976)
• Welke gesjochten regisseur heeft me eigenlijk in dit stuk gezet, Overste? (Louis Ferron: De kreisnijder van Fichtenwald. 1976)
• Als je moet ruimen zit je opeens met een nog puntgave kist en dan is het lijk meestal ook nog intact. Ben je mooi gesjochten. Waar moet je heen met je lijk? (Maarten ’t Hart: De aansprekers. 1979)
• ‘Wees gegroet, zuster, vol van nijd, niemandsbruid,’ bad hij. ‘Je bent de gesjochtenste onder de vrouwen en gesjochten is ook de foet in je schoot.' (Frans Kellendonk: Mystiek lichaam. 1986)
• Als je gesjochten bent, dan tel je immers niet mee. (Sal Santen: Heden kijkdag, 1987)
• Maar nou zit die gesjochte jongen verlegen om een knappe lijst en wat ik heb staan is te groot voor dat schilderijtje van hem. (Joop Waasdorp: De verhalen. 1989)
• Of voel je je dan misbruikt, onteerd, geschonden, beklad, gesjochten, voor aap gezet? (Anneke Brassinga en Freddy Rikken: Tussen vijf en twaalf. 2005)
• ‘Eens gesjochten, altijd gesjochten,’ reageert Josef met een brede glimlach. ‘Wij leven zus, zij leven zo… Ik heb er vrede mee.’ (Catalijn Claes: Morgenstond. 2015)
• Alsjeblieft lief braaf autootje, help ons nog één keer, het is al zo laat… Straks verzuip je nog. Dan zijn we helemaal gesjochten. (Patricia F. Wessels: De wensdagen. Een jeugd in de Jordaan. 2016)
• Persoonlijk vind ik – gesjochte minnaar van nature, met hoorntjes geboren – die jaloezie van Ivan Veen het meest meeslepende van de hele roman … (Nanne Tepper: De kunst is mijn slagveld. Brieven 1993-2001. 2016)
• Ik zal niet beginnen over Die Blechtrommel, zoals ik ook niet beginnen zal over de niet goed te praten lol die ik beleef aan het feit dat die gesjochte Grass in zijn eigen land door iedere criticus wordt afgemaakt alsof de man zojuist een oorlogsmisdaad heeft uitgevonden waar geen andere mof nog was opgekomen. (Nanne Tepper: De kunst is mijn slagveld. Brieven 1993-2001. 2016)