Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

Gepubliceerd op 03-07-2023

gaga

betekenis & definitie

(1859) (< Fr. seniel) (inf.) zwak; krankzinnig; stapelgek. Het gaat om een klanknabootsende vorming (eig. het gebrabbel van een kind of seniel persoon). Als zelfstandig naamwoord en scheldwoord nog weinig frequent. Volgens sommigen zou het afgeleid zijn van de naam van de Franse schilder Paul Gauguin (omdat hij leed aan doodsangst) maar die verklaring lijkt nogal vergezocht. Andere theorieën wijzen naar een afleiding van het Franse 'gateux' (zwakzinnig oudje). Wat wel vaststaat is dat 'gaga' populair was in de theaterwereld rond 1875, acht jaar voordat Gauguin een schilder werd.

• Gaga, (fr.), syn. gâteux, een zwak, een krankzinnig, een zeer dom mensch, met wien men alles kan doen, die geen weerstandsvermogen heeft; naar fr. gaga zachte koek. Van daar ook gaga of fauteuil de gaga als naam voor een luierstoel. (Taco H. de Beer en E. Laurillard: Woordenschat, verklaring van woorden en uitdrukkingen. 1899)
• The Oasis, vertelt van de wederwaardigheden van een intellectuelen-kolonie in Amerika, een kolonie bevolkt door anarchisten, teleurgestelde communisten, progressief voelenden, schrijfsters en dichters en zelfs door een keiharde zakenman, wiens onafwendbaar ‘gaga’-schap wordt aangekondigd door Picasso-bevliegingen. (Libertinage. Jaargang 2. 1949)
• .... maar ik houd nu eenmaal van argumenten iets indringender dan uw reacties ‘taai’ en ‘naar’, of de mededeling, dat Jeanson Sartre onjuist weergeeft (met medeweten van Sartre, dus is Sartre waarschijnlijk gaga aan het worden). ((Libertinage. Jaargang 3. 1950)
• Gaga ben ik, zo zegt hij. Schrijft in Gods naam, dat ik gaga ben. Maar denk er aan, anderen, die dit weigeren te erkennen, zijn veel meer gaga dan ik! (De Brabantse folklore, Nummers 141-144. 1959)
• Ik begrijp je werkelijk niet, op dit punt. Je wilt dus Forum gaan boycotten, en wel samenwerken met dezen Leidschen gaga-heer? (Menno ter Braak, E. du Perron: Briefwisseling 1930-1940. Deel 3. 1965)
• Met oude mensen praten kan daarom een bizondere bekoring hebben; als zij niet ‘gaga’ zijn. (Forum. Jaargang 4. 1980)
• Ha Buskentjebozemans, zegt ze, het scharrelhoen, totaal gaga, jaar of tachtig, net als ik, maar in mijn bovenkamer staat alles nog op zijn plaats. (Jeroen Brouwers: Cliënt E. Busken. 2020)

< >