Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 23-06-2020

fleur

betekenis & definitie

(19e eeuw) (< 'fleur': opgerolde lijn, waarmee snoek en andere riviervis wordt gevangen) (stud.) uitnodiging (tot lidmaatschap).

• De eerste week van de kennismaking is gevuld met allerlei activiteiten van 's morgens negen tot 's avonds twaalf of later. De tweede helft bestaat uit de zogenaamde 'Fleurronden'. De dispuutleden ontmoeten de nuldejaars en geven geschikte kandidaten een 'Fleur', een uitnodiging. (Carolijn Visser: Alle dagen vrij. Jeugd in de jaren 70-80. 1984)
• Wanneer de fleurronde goed verloopt, krijgt de foet, na zorgvuldige beraadslagingen binnen het dispuut, een fleur. (Vrij Nederland, 07/12/1985)
• Zo worstelden ze zich alle vijf naar het einde van de groentijd toe. En naar het hoogtepunt, namelijk het uitverkoren worden door één of meer disputen. Dat heette een ‘fleur’ en je kon meerdere fleuren krijgen. Of geen enkele. Dat was de grootste afgang die je als achttienjarige kon overkomen: dat niemand je wilde hebben, dat niemand iets in je zag. (Rudi Wester: Vriendinnen van vroeger, vrouwen van nu. 2012)