Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 09-12-2022

fiksen, fixen

betekenis & definitie

(2005) (ook: fixen) (straattaal en stud.) zoenen; versieren: 'chicks fixen'.; maar ook: neuken.

• ‘Heb je gefixt (geneukt)?’(Leonie Cornips: Het Surinaams-Nederlands in Nederland. 2005)
• In de podcast van deze week doe ik een uitgebreide Q&A waarbij ik het onder andere heb over chicks fixen als student, studentenverenigingen en de beste bijbaan ter wereld om te leren versieren. (www.versiercoach.nl, 10/10/2016)
• Fiksen, fixen: zoenen met iemand, iemand versieren. (Ykwinno Hensen, Jacomine Nortier & Sterre Leufkens: Het verschil tussen lid zijn en lit zijn. Een sociolinguïstische vergelijking tussen Studententaal en Straattaal. 2018)