(2000) (Vlaanderen, jeugd) vechten. Vgl. bakkelaaien*; batteren*; borstelen*; brassen*; dasjevechten*; dobberen*; doppen*; haberdoedassen*; hoeken*; instappen*; looien*; matten*; ramenassen*; rammen*; rauzen*; robberen*; rollebollen*; sauzen*; sparren*.
• Feesten: vechten. (Jongerentaal in De Morgen, 23/02/2000)