(1990+) (< Eng.) (jeugd) degenen die een kritisch oordeel vellen over andermans kleding. Tevens de naam van een populaire rubriek in het Amerikaanse blad US Weekly.
• 'We hebben Robert Plant en Jimmy Page gehad. Maar dat is niet echt metal, he. Van die jongens met van die ijzeren polsbanden en van dat enorme, getoupeerde haar hebben we inderdaad nog nooit in de show gehad. Maar dat is niet mijn schuld, hoor. Die worden gewoon niet toegelaten in de studio. Het is de schuld van de fashion police. (het Parool, 13/01/1996)
• Eenmaal aan de voet, voelen de Creo's aan als pantoffels. Maar dan meer trendy en ook voor naar buiten. Superpantoffels eigenlijk. Nu is de good old pantoffel omringd door een air van oubolligheid, dus of ik mijn Creo's veel zal dragen, weet ik nog niet. Eerst maar eens op mijn Creo's de wijnflessen naar de glasbak brengen en kijken of de fashion-police niet opduikt, alvorens ik me in het soms hyper-modebewuste uitgaansleven stort. (NRC Handelsblad, 04/03/1999)
• Waar bemoei ik me ook mee. Deze mode is in elk geval niet aan mij besteed. De fashion police zou hier handen vol werk aan hebben. Gelukkig dat de burgemeester hier geen beperkingen stelt aan het blootgehalte, anders zou het carnaval in Rotterdam net zo saai worden als de Gay Parade in Amsterdam. (het Parool, 02/08/2003)
Gepubliceerd op 21-06-2020
fashion police
betekenis & definitie