Definities van Woordenboek van Populair Taalgebruik in de Ensie B
- aan Bacchus offeren
- aan barrels
- aan de bal zijn
- aan de banjer zijn
- aan de bef gaan
- aan de bel trekken
- aan de boom schudden
- aan de bovenkant blinkt het, aan de onderkant stinkt het
- aan het bekken
- aan het broeden zijn
- aan zijn bruine trui gaan breien
- achter Bornholm liggen
- achter de batterij kruipen
- achter de bouten zitten
- achter de gebreide boks gaan liggen
- achter de gebreide broek liggen
- achter mij trekken ze de brug op
- achterlijk batje
- acute buik
- al schijnt de pik van barghout
- alleen voor beschuit kom ik eruit
- alles boem?
- alles door een roze bril bekijken
- als 't beweegt, groeten, als het niet beweegt, poetsen
- als botertje zijn
- als de beren
- als de bliksem
- als de blits
- als de brandweer
- als de gesmeerde bliksem
- als een balletje
- als een beest
- als een biel
- als een blei
- als het bed het maar niet hoort
- als hij of zij in brand stond zou ik er nog niet overheen pissen
- als je boven bent, stuur je dan een kaartje?
- als je een luis doodslaat, komen er tien op de begrafenis
- andermans brieven zijn duister te lezen
- B & D
- b-boy
- B-min
- B-plus-cel
- B-rit
- bajadères
- baadje
- baai
- baaien
- baaivangen
- baaivanger
- baal
- baal hooi, baal stro
- baaldag
- Baalderdam
- baalprogramma
- baalpunt
- Baalsdienaar, Baalspriester
- Baalsdienaar, Baalspriester
- baan
- baanderen
- baanders
- baanjongen
- baanloopster
- baanloze
- baanstroper
- baantje
- baantjesgast
- baantjesjager
- baanty
- baanvast
- baap
- baar
- baard
- baardaap
- baardbrandertje
- baardkrabber
- baardman
- baardmannetje
- baardmans
- baardo
- baardschaaf
- baardschrobber
- baarmoeder verven
- baas
- Baas Ganzendonck
- baas der bazen
- baas in eigen buik
- baas in het kippenhok, als de haan niet thuis is
- baas Jan zijn
- Baas Kolenbrander
- baas van hierboven (de)
- baas-jas-aan-de-boom
- baatsen
- bab
- Bab van Gelder
- baba
- babbel
- babbelaar
- babbelbink
- babbelbox