Definities van Woordenboek van Populair Taalgebruik in de Ensie A
- A & R
- a-arrestant
- a-buurt
- a-relaxed
- A-team
- A-tijd
- a-wijf
- a.b
- A16
- Aad Kroaat
- Aaf is dood
- aai
- Aai van de Beurs
- aaibaarheidsfactor
- aal
- aalkorf
- aalmoezebijnier
- aambeeld
- aambeien met geslachtsroom
- aambeienbeffer
- aan
- aan je aap sleuren
- aan me nooit niet, ammenooitniet
- aan mijn rechterzool links
- aan mijn schoen links onder
- aanappelen
- aanbatsen
- aanbersen
- aanbollen
- aanbouwkeuken
- aanbrassen
- aanbrenger
- aandacht, aandacht, aandacht!
- aandachtshoer
- aandachtsjunk
- aandachtswijk
- aandouwen, aanduwen
- aandringen
- aanfakkelen
- aangaan
- aangebrand zijn
- aangebreide kous
- aangedraaid
- aangeklede aap
- aangeklede bezemsteel
- aangeklede pijp
- aangekleed gaat uit
- aangeladen
- aangeleund zijn met
- aangenomen zoon
- aangepast
- aangepikt
- aangeschoten wild
- aangeschoten zijn
- aangeschroefd
- aangespoeld
- aangetrouwd is aangescheten
- aangevezen
- aangewit
- aangezicht zonder neus
- aanhaken
- aanhang
- aanhangmotor
- aanhangsel
- aanhebben
- aanhengsten
- aanhoeken
- aanhoeker
- aanhoesten
- aanhoudster
- aanjagertje
- aankachelen
- aankakken
- aankarren
- aankatsen, aankwatsen
- aankeilen
- aankeiler, ankeil, ankeiler
- aankeutelen
- aankeutelen
- aankijken tegen iets
- aanklampen
- aanklamper
- aanklauwen
- aankleumer
- aankleunen
- aankleunen
- aankleuren
- aanklooien
- aankloten
- aankneisen
- aanknooien
- aanknopje
- aankomen
- aankrabben
- aankrummelen, ankrummelen
- aankutten
- aanlappen
- aanleg
- aanleggen
- aanleunen
