(1913) (jeugd, vero.) erg goed, leuk, grappig enz.
• (Eenige) kerel, vent, man: vriendschappelijke benaming onderling. (Jac. van Ginneken: Handboek der Nederlandsche taal. Deel I. De sociologische structuur der Nederlandsche taal. 1913)
• Wel verdraaid, dat was eenig! Hij op 'n fuif van A.F.C. met alle lui van het eerste, het tweede en het derde! (J.B. Schuil, De A.F.C.-ers. 1915)
• “Wat een enige vent, niet?” zegt Henk, als ze weer wat op adem zijn gekomen. (Maurits Mok: De jongens van Duindorp. 1935)
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk