Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 12-06-2020

eetwaar

betekenis & definitie

(1966) (Vlaanderen, prost.) het meisje waarmee men in een hotel gaat kameren*.

• Het zijn hotelletjes waar men zich niet overlevert aan prostitutie, maar waar de klanten gelegenheid krijgen tot 'kameren'. Daar komt de klant in het gezelschap van zijn geliefde of zijn vriendin. In het milieu zegt men dat de klant 'zijn eetwaar' of'zijn marchandise' zelf meebrengt. (Louis de Lentdecker, Zware jongens, lichte meisjes. 1966)