Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 25-08-2020

een geval van jammer

betekenis & definitie

(1991) (cliché) gezegd van iets dat jammerlijk, betreurenswaardig is.

• Typisch geval van jammer, vindt hij. (NRC Handelsblad, 14/06/1991)
• Je kunt hem alleen bekeuren voor het niet verlenen van medewerking. Wij noemen dat een typisch geval van jammer. Da's het spel. (Algemeen Dagblad, 22/02/1993)
• De voorzitter vindt het een geval van 'jammer, maar helaas' dat de Rotterdamse wethouder Edith Hallensleben, een groot talent, er de brui aan heeft gegeven. (Trouw, 05/10/1993)
• De Boer was in haar Drentse verleden tegenstander van gasopslag in Langelo. Nu die onafwendbaar lijkt geworden, spreekt ze van een 'typisch geval van jammer'. (Algemeen Dagblad, 02/12/1994)
• Jorritsma erkent dat de gevolgen voor de luchtvaartsector 'aanzienlijk' zijn. Haar collega De Boer (Milieu) reageerde laconiek: "Typisch een geval van jammer. (Algemeen Dagblad, 12/09/1997)
• Toen een paar maanden geleden aan milieuminister De Boer werd voorgelegd dat door de strenge milieunormen Schiphol in zijn groei zou worden belemmerd, noemde zij dat met triomf in haar stem `een typisch geval van jammer'. (Elsevier, 10/01/1998)
• Als hij mij een grote mond geeft en ik ben er niet tegen opgewassen, dan is dat een goed geval van jammer, maar meer ook niet. (Trouw, 24/12/1998)
• Als je deze orkesten helemaal niet meer hoort, is het dan niet domweg een geval van jammer? (Theodor Holman: Holman liegt. 2014)