Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

Gepubliceerd op 22-05-2021

Duracellkonijn

betekenis & definitie

(2004) (sch.) iemand die nooit energie tekort komt, die niet kan stilzitten. Bekend van de tv-reclame met een Duracellkonijntje dat maar blijft gaan en gaan en gaan. Vgl. Am.-Eng. energizer bunny. Syn.: springkip*.

• Bovendien weet de Zwolse rapper te vertederen door zijn kleine neefje als een Duracellkonijn over het podium te laten huppelen. (de De Stentor/Apeldoornse Courant, 03/09/2007)
• Gella Vandecaveye : Lopen is de beste manier om je conditie op te bouwen. Ik deed aan duurloop, interval, weerstand, sprintjes op de piste, lopen in het zand en op een helling. Mijn bijnaam was het Duracellkonijn, omdat ik kon blijven doorgaan. Maar mijn conditie is jammer genoeg niet meer wat ze geweest is. (Knack, 27/05/2009)
• Hij is soms een duracellkonijn", grapt moeder. Het plezier straalt echter van het jochie af. (Dagblad de Limburger, 31/05/2010)
• Ze werd verwelkomd door Hasses paniekerige ogen en een 'verdomme, verdomme, verdomme' in plaats van de traditionele begroeting 'hé, hé, hé', die hij anders gebruikte, zonder door te hebben dat hij sprekend op een Duracellkonijn leek. (Sofie Sarenbrant: Week 36. 2012)

< >