Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 23-04-2024

droeftoeter

betekenis & definitie

1) (1992) (inf.) beklagenswaardig, sneu figuur, pechvogel, depressief persoon, sukkel. Bij Maarten ’t Hart (zie citaat 1998) heeft het de betekenis van grafdelver of iemand die werkzaam is op het kerkhof. Volgens Elsevier (09/02/2013) is het woord ontstaan in studentenkringen. Sommigen schreven het evenwel toe aan de schrijver Martin Bril. Syn.: sneuneus*; treurneus*; treurwilg*. In zeldzame gevallen ook gebruikt m.b.t. een zaak: iets treurigs. Tegenover de droeftoeter staat de blijblater*.

• Zo nu en dan wordt in de barokwereld een nieuwigheidje gebracht dat wellicht gevolgen heeft. Vijftien jaar geleden zetten de gebroeders Kuyken de 'plainte' uit de 'Apothéose de Lully' van Couperin op de plaat als een eersteklas 'droeftoeter', heel serieus. London Baroque speelt diezelfde klacht nu als een stuk met dubbele bodem: drie strijkers produceren op gezette tijden een allergemeenst glissando over één toon, en daarmee houdt het hele stuk op droevig te zijn. (Nieuwsblad van het Noorden, 23/05/1992)
• Van dat zwarte pak en die pet zou je opfleuren als een paard dat ze feestelijk optuigen. Je bent geknipt als droeftoeter. (Maarten 't Hart: De vlieger. 1998)
• We zullen je kop eens een kleurtje geven, droeftoeter! ( Bies van Ede: De mensenkenner. 2003)
• Het inzetten van een NS-zorgmakelaar is een Rotterdams initiatief. Het werkterrein van De Voogd beperkt zich daarom tot het gebied tussen Hoek van Holland, Gouda en Dordrecht. De nadruk ligt op Rotterdam: het Centraal Station en de stations ten zuiden daarvan, die een warme, droge plek bieden.
'Droeftoeters', noemt De Voogd ze. 'Junkies, verslaafden, gebruikers, dat klinkt veel te stigmatiserend. En patient klinkt weer zo klinisch. Bij zo'n droeftoeter denk ik: wat zielig, dit gun je niemand. En die gedachte heb ik vaak in dit werk.' (Algemeen Dagblad, 14/09/2004)
• Een van de vensters die de commissie in het leven heeft geroepen, is het venster-Srebrenica. Dat lijkt me geen gezellig tableau vivant voor leerlingen in het basisonderwijs. Weliswaar komen er twee schitterende droeftoeters in voor, overste Karremans en voormalig minister van Defensie Joris Voorhoeve -stripfiguren bijna, allebei met snor- maar voor de rest is het verhaal natuurlijk een beschamend debacle,… (de Volkskrant, 17/10/2006)
• Voor die droeftoeter van El Hema en de rest die niet meer kan wachten: hierbij alvast de voorpremiere. *kuch* Hebben we *kuch* tijdens het klaverjassen van Don LaFontaine gekregen. (www.Geenstijl., 21/03/2008)
• Hé, droeftoeter, je kwijlt op mijn raam. (Henk van Straten: Kleine stinkerd. 2008)
• Wat ben ik blij dat ik niet werk. Niet zoals onze topambtenaren Pieter de Gooijer en Richard van Zwol, de sneue vazallen van Balkenende en Verhagen. Droeftoeters die zich voor het partijkarretje van het CDA lieten spannen, die Bos moesten tackelen op verzoek van de gereformeerde onderkruiper Jan Peter en roomse gluipkop Maxime. (Youp van 't Hek in NRC Handelsblad, 22/01/2011)
• Ah, ja, natuurlijk. Frans. En waar hangt díé meelijwekkende droeftoeter uit? (Henk van Straten: Superlul. 2011)
• 'Jezus,' sis ik zachtjes, 'wat ben jij voor een droeftoeter?' 'Droeftoeter! (Milou van der Will: In mijn bloed. 2014)
• Mannen met snorren, mannen met een paraplu in de hand, mannen met linnen tasjes vol folders om de schouder, mannen die heel vies een kroket eten. Eerste gedachte: droeftoeters. (Marcel van Roosmalen: Ik ben (s)normaal. 2014)
• Droeftoeters die zich voor het partijkarretje van het cda lieten spannen, die Bos moesten tackelen op verzoek van de gereformeerde onderkruiper Jan Peter en die roomse gluipkop Maxime. (Youp van ’t Hek: Youp voor gevorderden. 2016)
• Droeftoeter: onsympathiek individu. (Ykwinno Hensen, Jacomine Nortier & Sterre Leufkens: Het verschil tussen lid zijn en lit zijn. Een sociolinguïstische vergelijking tussen Studententaal en Straattaal. 2018)
• Het was geen droeftoeter, maar een agressieve debiel… (De Telegraaf, 13/09/2019)

2) (2008) (muz.) saxofoon.

• Droeftoeter wordt bij mijn weten gebruikt als koosnaam voor 'saxofoon', als scheldwoord voor 'droefig iemand, depressieveling'… (https://forum.fok.nl/ , 28/06/2008)
• Droeftoeter. Een depressieve saxofoon die zijn geluid afstemt op de kwaliteit van zijn aanwezigheid: begrafenis, ernstig ongeluk, naargeestige gebeurtenis enz. “Het geluid van de droeftoeter gaf de aanwezigen een extra stimulans hun tranen de vrije loop te laten.” (Onze Taal website, 08/08/2017)