Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 08-06-2020

draaideur

betekenis & definitie

(1990+) (politie) verkorting van draaideurcrimineel, iemand die na zijn straf te hebben uitgezeten opnieuw in de misdaad belandt.

• Het Parool wist inzage te krijgen in politiedossiers om de antecedenten op een rij te zetten van een doorsnee 'draaideur'. Het dagboek van B. is een onvolledige kroniek, want wie in de dossiers duikt stuit op een wirwar aan niet op elkaar afgestemde gegevens van politie, justitie en andere instanties. Ook de files van het Amazoneteam van de politie, dat al het (wan)gedrag van de draaideuren in kaart probeert te brengen, heeft mede daardoor nog tal van witte plekken. Het dagboek levert niettemin een ontluisterend beeld op uit de praktijk. (het Parool, 26/02/2003)
• Of Geert Wilders dus even 25.000 euro wil overmaken. Want sinds de première van Fitna gaat hij door het leven als een hosselend draaideurtje. (www.Geenstijl.nl., 07/04/2008)