Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 12-07-2023

dinges

betekenis & definitie

1) (18e eeuw) (sch.) iemand of iets waarvan de naam niet te binnen schiet. Vgl. Frans: 'chose'; Engels: 'Mr Thing'. Reeds bij Bekker, wed. Wolff (Historie van de heer Willem Leevend. 1784-1785). De term wordt ook gebruikt in het Zuid-Afrikaans. Syn.: huppeldepup*; hussemezus*; je* weet wel; puntje* puntje; watjekal*; zo* en zo.

• In den loop mijner zaken kwam ik soms in aanraking met een zekeren heer dien ik, voorzichtigheidshalve, maar mijnheer Dinges zal noemen. (de Groene Amsterdammer, 05/10/1890)
• Dinges had wel gelijk, 't leek veel meer op een exploitatie.... (Jac. Van Looy: Gekken. 1892)
• dinges, dings (ding), wordt wel als eene soort van stoplap als men zich eerst bedenken moet wanneer men een” naam wil noemen, of om tijd te winnen, of uit eene soort van voornaamheid. In allen gevalle betreft het uitsluitend eigennamen; goa even an bie dinges... in de Ebbenstroate. ”t Kan eene onhebbelijke gewoonte worden, zoodat men zelfs hoort: dinges... Napoleon, Londen enz. NBrab. dings. NBrab dings: iemand, wiens naam ons niet te binnen schiet. WVl. dings, Fransch chose: ik ga naar mijnheer dingens, evenwel: hij is geboren te ding bij Brugge. Zie ook Kramers Wbk. (De Bo). (H. Molema: Woordenboek der Groningsche volkstaal, in de 19de eeuw. 1895)
• „Wil u 's lezen, Meneer Dinges?" zegt de lector minzaam. (Tjeerd Flappuith: Toen ik Indisch student was. 1902)
• O, Heere, - O, 't is zonde! U doet me schrikken, meneer Dinges, O, foei! (Justus van Maurik: Oude kennissen. 1909. Tweede druk)
• (K. ter Laan: Nieuw Groninger Woordenboek 1924-1929)
• Meneer Hensen heeft daar natuurlijk niet op staan wachten en is zeker doorgewandeld naar het station en toen ik daar op het perron kwam, zag ik dinges, Gurgel uit de urinoir komen. (A. Roothaert: Spionnage in het veldleger. 1933)
• Zuip uit...... op de gezondheid van de weleerwaarde heer Dinges, ons van de hemel geleend om Lokkie te redde. (Willem van Iependaal: Polletje Piekhaar, 1935)
• En als je dan nog dokter bent in de . . . dinges. (A. Roothaert: De vlam in de pan. 1942)
• Dinges is ondergedoken. (Theun de Vries: Het meisje met het rode haar. 1956)
• Je weet wel, dinges. Z'n naam ligt potverdorie op mijn lippen. (Johnny van Doorn: Mijn kleine hersentjes. 1972)
• ‘Meneer Dinges van school hè, ik heb gelijk,’ zegt Harold. (Yvonne Keuls: Meneer en mevrouw zijn gek. 1992)
• Toen je 's middags zei dat je Dinges zo graag op zijn bek had willen slaan, had ik misschien gewaarschuwd moeten zijn. (Anneke Brassinga en Freddy Rikken: Tussen vijf en twaalf. 2005)
• Begeleid door de Ramblers namen Johnny & Jones in 1938 een serie liedjes op waaronder ‘Swing Your Song, Violetta’, een bewerking van ‘Hör mein Lied, Violetta’. Het duo gooide overal een swingsaus overheen en kreeg groot succes met hun liedje ‘Meneer Dinges weet niet wat swing is’… (Constant Meijers: Kom van dat dak af. Geschiedenis van de Nederlandse rock & roll. 2013)
• ‘Wat ben je laat,’ is de opmerking die professionele thuiszorgers iedere dag ten minste vijf keer te horen krijgen. ‘Ja, maar meneer Dinges, u bent niet de enige, hoor!’ antwoordt het meisje of de jongeman die komt helpen monter. (Yvonne Kroonenberg: Wees blij dat je ze nog hebt. 2014)
• “Mijn stoelgang was goed vandaag”, gaat ze verder alsof ik niets gezegd heb. “Heb jij nog last van je dinges?” (Patricia Jozef: Glorie. 2017)

2) (1972) (euf.) mannelijk of vrouwelijk geslachtsdeel. Zie ook: ding*.

• Ze lag nog maar net met de kont omhoog, of ik speelde alweer met me hand aan de dinges van broertje. (Louis Paul Boon: Mieke Maaike’s obscene jeugd. 1972)
• Toen beet ze in één keer zijn dinges d’r af
dus hij kon voorgoed niet meer naaien. (Robert Long: Omspres. 1984)
• Een man met een grote dinges, een grote hete dinges, en hij hijgt in je oren dat je zo'n geil wijf bent. (Lydia Rood: Louter lust. 1997)
• Hij organiseerde sexcursies naar het kanaal om kapotjes te zoeken: ballonnetjes die je om je dinges deed als je wel wilde neuken, maar geen kinderen wou. (Jan Eilander: What's on a man's mind? 2007)
• En wat zegt hij dan? Dat de foto er niet zo lekker uitziet en ze daarom mevrouw aan haar dinges gaan opereren? (Ina Hollander: 50. Vijftig colums gebundeld in één boek. 2015)