Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 09-06-2020

dimdammen

betekenis & definitie

(1977) (inf.) niet ter zake komen; zeuren; bekvechten, redetwisten; twijfelen; aarzelen. Vooral in Tilburg en de Veluwe is dit werkwoord niet ongewoon. Van Dale heeft het woord toegevoegd in 2017. Vgl. discuzeuren*.

• Discussiëren..? Dimdammen..? Neen. Meditatie is: Doen! (advertentie in de Provinciale Zeeuwse courant, 15/07/1977)
• Toen we begonnen hadden we andere ideeën. Er is jaren over gedimdamd. (Het Parool, 05/04/1980)
• We hebben er een hele tijd over zitten dim-dammen. (Het Parool, 10/03/1989)
• Het bestuur was voortdurend aan het dim-dammen; moest concessies doen om de club bij elkaar te houden. (Algemeen dagblad, 13/01/1990)
• Ook het Ajax-bestuur zal naar ik aanneem nog stappen ondernemen. Het meest trieste is trouwens dat we hier nu weer op het laatste moment over moeten dimdammen. (de Gelderlander, 10/02/1995)
• Horizon 2000 is een andere prioriteit: "We kunnen het ons niet permitteren daar nog langer over te dimdammen. Het projectplan moet vanaf 1997 gewoon gestalte krijgen." (de Gelderlander, 15/02/1996)
• Dimdammen - Niet ter zake komen. (de Volkskrant, 30/05/1997)
• Dimdammen: niet ter zake komen. (Wim de Jong & Henrico Prins: Kantoortaal. 1997)
• Na jaren van dimdammen met de provincie - waarin en passant het vroegere zwembad van Gemert werd omgebouwd tot tweede Fitlandvestiging en in Den Bosch nog een Skateland werd geopend - zijn de procedures voor de Millse uitbreiding nu nagenoeg doorlopen. (de Gelderlander, 08/10/1998)
Haar kinderen berekenen nu al wat er voor dat bedrag in deze dure tijden kan worden bekostigd, maar ze 'mekkeren' of 'dimdammen' er in principe nooit over. (de Volkskrant, 25/10/2003)
• Eind juni lag het speelveld er prachtig en overzichtelijk bij. Het grote nieuws was dat Walter Veltroni de leider zou gaan worden van de PD, de Partito Democratico. Onder die gemeenschappelijke noemer, de enige die na jaren dimdammen is overgebleven, zullen ex-communisten, socialisten, groenen, christendemocraten, republikeinen en liberalen zondag 14 oktober samen verder gaan. (Vrij Nederland, 13/10/2007)
• Dimdammen – kent u dat woord? Ik ken het pas sinds het vraaggesprek (in de Volkskrant van 22 augustus) met de Rotterdamse GroenLinks-wethouder R. Grashoff, de man die ten langen leste de bruggenbouwer ontsloeg die helemaal nooit had moeten worden aangesteld – de bruggenbouwer die weigert het stenigen van vrouwen te veroordelen. Dimdammen is gezeur, zo blijkt uit het interview. In Nederland wordt volgens Grashoff te veel gedimdamd over hoofddoekjes. Op reis naar Canada had hij genoten van de aanblik van een behoofddoekte douanière. In dit licht bezien mag het bepaald een wonder heten dat de wethouder het contract verbrak. Want de aanleiding daarvoor was het werk van de bruggenbouwer voor een door Iran gefinancierde tv-zender. (Historisch Nieuwsblad, augustus 2009)
• Al een tijdje zit ik te dimdammen wat ik, naast een doos eigen wijn, voor hem zal meenemen. (Ilja Gort: Overleven als Gort in Frankrijk. 2013)
• Geen woordenboek lijkt het geregistreerd te hebben. Toch is dimdammen niet ongewoon. In de krant moet het synoniem zijn met dubben, het voor en tegen van diverse mogelijkheden afwegen, piekeren of met delibereren. Met deze betekenissen kun je dimdammen op internet meermalen tegenkomen: "Je kan erover dimdammen of die belasting rechtvaardig is"; "over deze kwestie kunnen we dimdammen tot we ons wegen". Soms lijkt eerder zeuren, mekkeren bedoeld te zijn. "Er wordt te veel gedimdamd over hoofddoekjes", zei een Rotterdamse wethouder in 2009 tegen de Volkskrant. Er is wel geopperd dat het woord afkomstig is uit een Betuws dialect, waarin het 'ernstig nadenken' betekent. (Trouw, 22/10/2013)