(19e eeuw) (cliché) na een rake opmerking, een steek onder water. Vgl. Eng. sl.: Put that in your pipe and smoke it! Fr.: mettez ça dans votre poche et votre mouchoir dessus!
• ‘Dat is ad rem,’ zei Gerrit lachend. ‘Je kunt hem in je zak steken, Jan.’ (C.J. Kieviet: De club op reis. Een jongensboek. 3e druk 1907)
• Men moet dus niet te wild opslaan, maar eerst trachten gewaar te worden met wien men te doen heeft en naar bevinden te handelen.” Steek dat in je zak. (Adriaan van Leent: De bisschop van Den Haag. 1971)
• Zie hier een glashelder evangelie dat verlost van veel onnodige bezorgdheid. (Dit kunnen de kerkgangers in hun zak steken!). (Ben Borgart: Buiten schot. 1975)
• Als een Duits auteur mij iets ontroerende vertelt kan hij niet nalaten met de ene vinger zachtjes op zijn eigen wenende ogen te wijzen, en met de andere mij, de lezer, een bescheiden wenk te geven dat ik vooral het object van de ontroering niet onopgemerkt moet laten!’ Dat kunnen ze van Fontane tot Grass in hun zak steken! (Hugo Brandt Corstius: Vrijdag? Dit moet cultuur zijn! 1989)
• In principe week ik in niets af van andere mensen. Dat konden mijn ouders en mijn oom en tante in hun zak steken. (Kees ’t Hart: De neus van Pinokkio. 1990)
• Zo, dat kan die vuile flikker die zich met de nickname Maroccie tooit, in zijn zak steken, maar anderen tonen zich juist bezorgd en hopen dat de imam hem nog maar eens gaat bijscholen. (het Parool, 19/12/2002)