(2020) (spot.) vrouw die in deeltijd werkt en daardoor (volgens sommigen) een verwend , luxueus leventje leidt. Dergelijke vrouwen zouden helemaal geen ambitie hebben. Deze term werd gemunt door Sander Schimmelpenninck.
• Bovendien herinneren alle nieuwsberichten over loonkloven, glazen plafonds, sticky floors en vrouwenquota mij er continu aan dat het mijn taak is om boven de vorige generaties uit te stijgen. En dat lukt natuurlijk nooit als je je gedraagt als een decadent en egoïstisch deeltijdprinsesje, zo heb ik van diverse columnisten begrepen. (De Volkskrant, 07/03/2020)
• Hou op met gezeur over 'deeltijdprinsessen'. Brief van de dag. (De Volkskrant, 15/12/2020)
• In het debat over de Nederlandse 'deeltijdprinses' wordt de grote groep vrouwen vergeten die werkt in de zorg, waar de passende fulltimebaan niet voor 't oprapen ligt. (De Volkskrant, 01/09/2021)
• Sander Schimmelpenninck heeft met zijn columns over vermeende deeltijdprinsesjes in de Nederlandse samenleving over kritiek van de dames niet te klagen. Anja Meulenbelt stelt terecht in haar bijdrage (O&D, 2/12) dat mannen níét de norm zijn. Maar het blijft gissen wat dan wel de norm zou moeten zijn. (De Volkskrant, 04/12/2021)
• Stel je voor dat je een verwende deeltijdprinses wordt! Daar zit je dan in je spagaat. (Franke van Hoeven: Ik denk dat ik het wel kan: Alles wat je als kersverse moeder wil weten voor een relaxed eerste jaar. 2021)
• Er is de laatste tijd nogal wat te doen over ‘verwende deeltijdprinsesjes’. De term is, geloof ik, groot gemaakt door Sander Schimmelpenninck. Hij heeft zelf geen kinderen, dus hij beseft misschien niet helemaal dat het ouderschap over het algemeen geen verwennerij is. Toch heeft hij gelijk, in die zin dat werken in deeltijd schadelijk is voor de economie, en bovendien een groot risico voor de betreffende vrouwen: ze worden financieel afhankelijk van hun partner, met behoorlijk rampzalige gevolgen bij een scheiding. (Sylvia Witteman in de Volkskrant, 21/10/2022)
